27 NOVEMBER 1969.
808
Daardoor kunnen stijgingen optreden van zeker 20 a 25<7o en de kosten
daarvan zullen door de verbruikers moeten worden opgebracht. Het
college spreekt zich op dit moment nog niet uit over het voor of te
gen van warmtemeters; het wacht op de adviezen van de commissies.
Ik heb echter getracht duidelijk te maken dat er zeker geen aanleiding
is nu plotseling tot de door de heer Van Loon aanbevolen maatregel
over te gaan.
Wat de warmteverordening betreft kan ik de raad wel meedelen
dat ook het college van burgemeester en wethouders op meerdere pun
ten van mening is dat deze moet worden gewijzigd. Ook vanuit de
commissies is daarvoor stof aangedragen. Een belangrijk punt is daar
bij een verbetering van de tariefstelling, waardoor de extremen wor
den vermeden. Ook deze zaak moet echter niet acuut en zonder over
leg met de commissies in een raadsbesluit tot gelding worden gebracht.
Het op dit moment wegnemen van de extremen zou tot gevolg hebben
dat een aantal afnemers in het lopende stookseizoen en dus met terug
werkende kracht zou worden gesteld voor het feit van een hogere afre
kening. Wij achten dit onjuist en onregelmatig. Het college neemt
het verzoek van de heer Van Loon, althans wanneer ook dit is gericht
op een direct ingaand besluit, dan ook niet over. Wel zeggen wij toe
tijdig voor het stookseizoen 1970-1971 te zullen komen met een ge
heel nieuwe warmteverordening, c.q. warmtetariefsverordening, waar
in rekening wordt gehouden met het afzwakken van extremen, c.q.
met het eventueel geheel wegnemen van de warmtemeters. De direc
teur van het Energie- en Waterbedrijf, met wien ik daarover gisteren
uitvoerig heb gesproken, deelt onze mening zowel ten aanzien van
hetgeen ik u heb meegedeeld omtrent de warmtemeters als omtrent
de verordening. Ook hij adviseert niet over te gaan tot onmiddellijke
maatregelen.
Ik kom nu tot het derde punt, het toepassen van sancties bij non
betaling van leveringen en diensten door de gemeente. Om duidelijk
te zijn; krachtens dienaangaande door de raad genomen besluiten is
het college gemachtigd de levering van gas en/of elektriciteit te sta
ken wanneer afnemers in gebreke blijven terzake van de betaling van
gas, elektriciteit, water, warmte of centraal antennesysteem. Dit
feldt eveneens voor huurders van gemeentewoningen die in gebreke
lijven met het voldoen van de huur.
Ik moge erop wijzen dat tegen degenen die hun aan de gemeente
verschuldigde belasting niet betalen, de voorgeschreven vervolging
wordt ingesteld, die kan leiden tot beslaglegging door de deurwaarder.
Wanneer de heer Van Loon stelt dat de gemeente van haar monopolie
positie gebruik maakt om zich bevoegdheden aan te meten die in het
particuliere bedrijfsleven niet mogelijk zijn, geloof ik dat hij zich
vergist. Ook particulieren zullen als regel de levering van hun produk?
ten of diensten staken wanneer de debiteur in gebreke blijft zijn vor
deringen te voldoen. De gemeente handelt in dit opzicht niet anders.
Wanneer gesproken wordt over een monopoliepositie moet ik opmerken
dat voor gas en elektriciteit - water is in dit verband dus uitgesloten,
dat wordt uit een oogpunt van volksgezondheid niet afgesloten -