27 NOVEMBER 1969. 814 onder te brengen bij of over te dragen aan de Raden van Arbeid. In an dere studies wordt voorgesteld alle uitkeringen onder te brengen bij de belastingdienst, in die zin dat men dus ook tot een negatieve belasting zou kunnen komen. Ondanks alle studie is er echter nog niets gerealiseerd. Tenslotte heeft de heer Melzer gesproken over een clausule in de subsidieregelingen voor grootverbruikers van subsidie. Het is de raad wellicht bekend dat alle gesubsidieerde instellingen - althans de grote - jaarlijks tijdig hun begrotingen moeten indienen. Deze worden gron dig bekeken en besproken en daarbij gaat het niet alleen om de geld bedragen, maar ook om de activiteiten die door deze instituten worden ontplooid. Er wordt vooroverleg gepleegd wanneer personeelsuitbrei ding noodzakelijk is. Na afloop van het jaar worden de accountants rapporten wederom diepgaand geanalyseerd, uiteengerafeld en even tueel verbeterd. Natuurlijk is dit nog niet hetzelfde als hetgeen de heer Melzer bedoelt. Deze spreekt nadrukkelijk over efficiencyverbe tering. Uit het betoog van de heer Van Bijnen heeft hij vernomen dat ook in het gemeentelijk apparaat aan efficiency wordt gedaan, maar dat dit een langdurige, gecompliceerde en kostbare zaak is. Hetzelfde geldt natuurlijk wanneer dergelijke onderzoeken worden ingesteld bij particuliere instituten. Het zou erop neerkomen dat er nog meer sub sidie zou moeten worden verleend. Dit neemt echter niet weg dat ook in die instituten de efficiency van groot belang is en dat wij moeten pogen die efficiency gestalte te geven. Daarbij doet de moeilijkheid zich voor dat men om iets te kunnen meten moet beschikken over maatstaven. Veel zaken in mijn sector zijn moeilijk meetbaar. Wij trachten normen te vinden, maar die normen moeten nog worden ver fijnd. Wij moeten dus doorgaan; de goede oplossing hebben wij nog niet helemaal gevonden. De efficiencyverbetering waarover de heer Melzer heeft gesproken geldt het onderzoek per instituut, per bedrijf, als ik het zo mag zeg gen. Er is natuurlijk nog een andere vorm van efficiencyverbetering denkbaar, namelijk structuurvereenvoudiging in de zin van fusie of samenwerking. Ik meen dan ook dat wij moeten streven naar eenvoudi ger structuren en naar samenwerking tussen instituten die op hetzelfde vlak werkzaam zijn. Is een clausule in de subsidievoorwaarden nodig? Ik geloof het niet. Niet alleen in de raad wordt veelvuldig gesproken over openheid, het college zelf spreekt daar ook over. Ik meen dat die openheid die wij allemaal accepteren wederzijds is. Het college is bereid opening van zaken te geven, maar daar staat natuurlijk tegenover dat het college ook van anderen verwacht dat zij hun zaken openleggen. Om die re den is een clausule in de subsidievoorwaarden mijns inziens dan ook niet nodig. Ik meen hiermee in eerste instantie de verschillende problemen te hebben besproken. De VOORZITTER: Dames en heren. Wij zijn hiermee aan het einde van punt 2 van ons schema, waarna punt 3, de replieken van de frac tievoorzitters, aan de orde is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 814