27 NOVEMBER 1969.
829
zichtbaar einde. Wat betreft onze plaatselijke situatie wil ik graag
iets vaststellen, namelijk het volgende: als men erover klaagt dat
de nieuwbouw minder fraai is en ik doel hiermee op de industiële
bouw, moet ik ter ondersteuning van het beleid van de wethouder na
drukkelijk zeggen dat het geen kwestie was van mooi of lelijk, maar
van bouwen of niet bouwen. Vaak ging het er om dat men weer enige
honderden gezinnen kon huisvesten.
Betreffende de huurprijs betreur ik het dat men in het naoorlogse
Nederland de mensen te veel heeft afgewend een prijs te betalen die
overeenkomstig het woongenot is. Ik meen dat de rekening waarmee
wij nu zitten hiermee enigermate verband houdt.
Ten aanzien van de hoogbouw gaat mijn voorkeur voor een groot
gedeelte uit naar de omgeving van de binnenstad, omdat ik weet dat
juist aflopende en bejaarde gezinnen gaarne in een flat dicht bij de
binnenstad wonen. Ik geloof dat de praktijk dit afdoende heeft bewezen.
De toezegging dat wij betreffende de stadslijndienst van de B. B. A.
tot overleg in de afdeling zullen komen heeft mij genoegen gedaan
en ik wil hetgeen ik heb gezegd over een panklare dienstregeling graag
terugnemen.
Ten aanzien van de Vrouwen Advies Kommissie zou ik willen
zeggen: cherchez la femme. Ik begrijp heel goed dat van de wethouder
- als bepaalde problemen niet bij hem ter sprake worden gebracht -
moeilijk verwacht kan worden dat hij over die problemen een bepaald
standpunt inneemt.
Ik ben het ermee eens dat het betreffende de sportaccommodaties
natuurlijk goed is die per object te bekijken. Ik hoop inderdaad dat
wij met hetzelfde geld wat meer ten behoeve van de sport zullen
kunnen doen.
Het heeft mij genoegen gedaan dat de wethouder dezelfde zorgen
heeft omtrent de bouw van een hotel bij het Turfschip als ik, ik had
trouwens niet anders verwacht.
Wethouder Van Bijnen heeft het nog even gehad over het voetbal
debat van 13 november jl. en in verband daarmee zou ik willen stel
len dat ik - terwijl de heer Van Loon het college vroeg de kraan niet
dicht te draaien - met mijn motie niets anders heb willen zeggen dan:
laat ons het ijs breken, laten wij de deur niet sluiten. De wethouder
heeft nu gesteld dat de deur open blijft, maar ik ben met de heer Van
Loon van mening dat het college op korte termijn moet mededelen
waartoe het reëel bereid is in deze zaak.
Omtrent de Jeugdadviesraad ben ik bijzonder gelukkig dat het kalf
dat nog geboren moet worden als het ter wereld komt waarschijnlijk
een mooier kalf zal blijken te zijn dan ik had verwacht, gezien het
grote aantal jongeren dat in de Jeugdadviesraad zal worden opgenomen.
Ik spreek daarvoor mijn dank uit.
Over het overleg met de sportstichting betreffende de tarieven
zou ik tegen wethouder Van Bijnen willen zeggen dat het wel prettig
is als - wanneer men met deze zaken wordt geconfronteerd - van alle
zijden het fair play beoefend wordt.
De heer Broeders heeft nogmaals gewezen op het grote belang
van een sluitende begroting. Ik onderschrijf graag zijn standpunt. Ik