83
13 FEBRUARI 1969
tekenis kan zijn. Met de heer van Banning is hij het er over eens, dat
het ergens met betrekking tot de kosten verantwoord moet zijn in re
latie tot de nuttigheid van de vliegvelden. De industrie, heeft de heer
van Banning gezegd, heeft zich ook niet duidelijk opgesteld ten aan
zien van de noodzakelijkheid van het aanwezig zijn van vliegvelden
in West-Brabant. Spreker kan dat niet beoordelen. Hij weet wel, dat
er contacten met de industrie zijn geweest waarin gewezen is op de
nuttigheid en de noodzakelijkheid van een niet al te ver uit de buurt
gelegen vliegveld. Dit betekent uiteraard niet, dat de industrie dan
ook de kosten daarvan moet betalen, omdat dit nu eenmaal wordt ge
zien als een van de infrastructurele maatregelen. Breda zal zelfs als
grote stad niet alleen in staat zijn de investeringen beschikbaar te stel
len, die nodig zijn voor het tot stand brengen van een enigszins ade
quaat vliegveld.
De heer Kroon heeft in dezelfde richting als de heer van Banning zijn
reserve kenbaar gemaakt.
De heer VAN BANNING zegt, dat de voorzitter dezelfde vraag heeft
gesteld als hij, alleen heeft hij het in verband gebracht met een ant
woord, dat hij gekregen heeft naar aanleiding van een door hem ge
stelde vraag bij de begrotingsbehandeling. In dat antwoord staat, dat,
omdat de capaciteit van het vliegveld met een startbaan van 600 m
bij de te voorziene toename van net vliegverkeer te gering moet wor
den geacht, de vennootschap een ontwikkelingsplan heeft opgesteld
voor een vliegveld, geschikt voor middelzware vliegtuigen met straal
aandrijving met een startbaan van 1500 m. Het is derhalve helemaal
niet zo vreemd, meent spreker, dat hij daa' nog eens op is terugge
komen, omdat het college dit zelf ook doet in zijn voorstel. Overigens
dankt hij de voorzitter voor de toezeggingen, die hij gedaan heeft.
Zijn fractie, zegt hij, heeft niet meer beoogd, dan tijdig geïnformeerd
te worden, zodat zij niet plotseling geconfronteerd wordt met de finan
ciële consequenties.
De heer VAN DER ZWAN zegt, dat de voorzitter helemaal niet in
gegaan is op zijn opmerking of er op basis van het thans voorliggende
ontwikkelingsplan een lijnverbinding tot stand zou kunnen komen tus
sen Seppe en Schiphol, respectievelijk Brussel. Een verbinding met de
zojuist genoemde vliegvelden en eventueel Keulen acht hij binnen de
mogelijkheden te liggen. Spreker is van mening, dat investeringen,
die dit mogelijk zouden maken, inderdaad verantwoord zouden moeten
zijn. In eerste instantie heeft hij al gezegd, dat het accent momen
teel toch duidelijk bij het personenveryoer ligt, terwijl in het voorstel
wordt gesproken over vrachtvervoer met middelzware vrachtvliegtuigen.
Als er middelzware vrachtvliegtuigen met straalaandrijving kunnen lan
den kunnen er zeer zeker ook friendships landen.
De VOORZITTER zegt, dat de heer van der Zwan gelijk heeft, dat
hij niet op zijn vraag is ingegaan. Dat is niet zo toevallig geweest, om
dat naar spreker's mening de neer van der Zwan al toe is aan het maken
van een keuze, die hij eigenlijk eerst kan maken aan de hand van be
schikbaar materiaal. Zonder nadere gegevens is het niet mogelijk, dat