r,
I
838
27 NOVEMBER 1969.
geschikter dan de V. V. V., waaraan ik destijds, zij het contre coeur,
mijn stem heb gegeven. Misschien moet je dat niet doen, maar ieder
een maakt wel eens een foutje en ik heb dat toen ook gedaan.
Wethouder Gielen heeft in dit verband ook gezegd dat over dit
deelplan advies van professor Brouwer is gevraagd. Ik. heb dat uit de
beantwoording begrepen en ik heb dat ook gesteld. Ik heb daarbij ech
ter gevraagd of het niet verstandig zou zijn nu toch aan professor Brou
wer advies wordt gevraagd ook over de andere deelplannen niet alleen
advies te vragen, maar die plannen ook eens in een informele raads
vergadering te behandelen. De raad heeft in zijn huidige samenstel
ling nog maar weinig kennis kunnen nemen van de voorbereidingen en
van de verschillende plannen zoals die op het ogenblik bestaan. Het
is al geruime tijd geleden, in november van 1966, dat wij die verga
dering met professor Brouwer hebben gehad. Het lijkt mij juist ook de
andere deelplannen in het overleg met professor Brouwer te betrekken
en er als raad eens over van gedachten te wisselen. Ik heb verwezen
naar de algemene beschouwingen van het vorig jaar, waarbij ik ook
heb opgemerkt dat er een evolutie aan de gang is. Het is heel goed
mogelijk dat wij nu andere faseringen moeten toepassen dan wij des
tijds hebben gedaan. Met het oog daarop zou ik graag willen zien dat
het college zou besluiten tot een informele raadsvergadering om het
plan voor het civic-centre nog eens helemaal door te nemen, zo mo
gelijk in aanwezigheid van deskundigen.
Wethouder De Raaff heeft gesproken over de doorstroming, naar
aanleiding van de opmerking die ik heb gemaakt. Ik heb uit het ant
woord begrepen dat het college toch wel degelijk aansluit bij het be
leid van de centrale overheid, zoals ik ook heb gevraagd. Het kan
moeilijk anders. Wethouder De Raaff noemt het weliswaar een strohalm
om zich aan vast te klampen, maar wij moeten deze mogelijkheid
toch benutten. Wanneer de wethouder zegt dat dit per jaar een soulaas
kan geven van een 600 woningen vind ik dat toch al belangrijk, terwijl
het rijk de kosten tot 80°]o vergoedt. Voor onze gemeenten komt dat
volgens de wethouder neer op een bedrag van 150. 000, --. Het is de
overweging waard op dit chapiter door te gaan en de aansluiting bij het
beleid van de centrale overheid niet alleen in het gemeentelijk beleid
te verdisconteren, maar ook ten uitvoer te brengen. Daarbij zullen dan
straks ook de huur-suppleties een rol gaan spelen.
Tenslotte zou ik, evenals anderen dat hebben gedaan, nog even
willen terugkomen op enkele opmerkingen die door de andere fractie
voorzitters zijn gemaakt naar aanleiding van de beschouwingen van
fractievoorzitter^ Ik zou dan allereerst een opmerking willen ma
ken aan het adres van de heer Van der Zwan, die heeft gesteld dat het
voornaamste bezwaar is dat de confessionele partijen de radicaliteit
van het evangelie niet in de praktijk kunnen brengen. Ik zou de heer
Van der Zwan willen vragen of hij dat wel kan. Kan de heer Van der
Zwan dat, kan ik dat, kan ieder Christen dat? Wij zullen het antwoord
op die vraag schuldig moeten blijven.
De heer VAN DER ZWAN: Men zal het althans moeten proberen.