840 27 NOVEMBER 1969. de spreektijd per fractie bezien en de K. V. P. zou zich wat willen be perken, al heel wat gewonnen zou zijn. Het besluit de mogelijkheid te openen voor het bijwonen van commissievergaderingen door raads leden die van een bepaalde commissie zijn uitgesloten of er geen deel van uitmaken noem ik een geweldige positieve vooruitgang. Mag ik u hiermee feliciteren? De heer VAN DUN: Zover is het nog niet! De heer WOESTENBERG: Is het nog niet zo ver? De VOORZITTER: Ik zou de leden van de raad willen vragen de heer Woestenberg alleen aan het woord te laten. De heer WOESTENBERG: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil het dan toch wel een maatregel noemen die volgens de wet eigen lijk al lang genomen had moeten worden, maar beter laat dan nooit. Het streekplan komt mij voor als een streek van al weer een politieke- en belangengemeenschap, maar hoe deze streek met het streekplan ook zal uitvallen, ik hoop dat Breda de hoofdstad of centrumstad van deze streek zal worden. Ik hoop dat in deze centrumstad dan ook een aan de behoefte voldoend openbaar dames-toilet zal zijn gebouwd. Dit is een absolute noodzakelijkheid, ik geef de betreffende wethouder maar meteen een antwoord. Dit is een absoluut noodzakelijke voor ziening, want duizenden dames klagen over het ontbreken ervan. Er zijn tijden dat zij nergens terecht kunnen en het is nuttig dat zij dan een dergelijk gebouwtje kunnen vinden en wij moeten daar dan ook niet te zuinig mee zijn. Men ziet het bijvoorbeeld ook in Utrecht. Daar is een openbaar damestoilet, keurig netjes. Ook in andere plaat sen treffen wij een dergelijke voorziening aan, ik kan alle plaatsen opnoemen, en dat maakt een keurige indruk. Als wij straks de centrum stad van ons mooie gewest zijn, zal het ook mooi zijn als er een keu rig damestoilet staat in het centrum van Breda. Voor mijn part mag dat gebouw al direct worden gebouwd, ook al heeft de wethouder de ver eiste bouwvergunning er nog niet voor binnen. Wij zullen geduld hebben en wij zullen afwachten wat men op dit gebied gaat realiseren, zonder dat er beloften worden gedaan die misschien niet worden nagekomen. Ik kom dan weer terug bij het streekplan en het is mij bekend dat anderen met mij er eerst nog wel eens een studie aan willen wijden. Ik zal er dus later op terugkomen, want dan kan er logisch en practisch over worden gesproken. De heer Vermeulen heeft gezegd dat er al in 1964 een overeenkomst tussen Princenhage en Breda was bereikt en vlak daarna heeft hij gezegd dat de grenswijzigingen nog moeten worden aangevraagd. Ik zou willen vragen waarom die wijzigingen nog niet zijn aangevraagd. Moeten wij de bouw van woningen dan stil leggen? Het was toch ook mogelijk ge weest te gaan bouwen in het open gebied tussen Breda en Rijsbergen? Daar ligt een vrij grote driehoek, die weliswaar een agrarische bestem ming heeft, maar die bestemming zou gewijzigd kunnen worden bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 840