27 NOVEMBER 1969. 845 peilen of de mentaliteit, die ik eigenlijk ook in de verschillende raads- debatten heb geproefd, ook in de begroting naar voren komt. Ik wilde bovendien zien of het college nu ergens een bepaalde richting volgt, en wel speciaal op bepaalde punten waar het op het ogenblik wel dege lijk op aankomt. Daarnaast wilde ik zien, en dat heb ik nu ook gezien - dat was bijzonder "interessant" - hoe de raad tegenover al deze dingen stond. Ik heb ook duidelijk gesteld dat het mij ging om de gesloten structuren die in deze maatschappij ook in het politieke spel en ook in de gemeenteraad bestaat. Dat is geen slogan die ik heb uitgevonden, maar het is een probleem dat overal speelt, niet alleen hier te lande. Wie meent dat ik zomaar iets heb gezegd, dat ik kreten heb geuit, blijkt helemaal niet op de hoogte te zijn van de geest van de tijd en wat daar allemaal mee samenhangt. Misschien zou hij zich eens in be paalde literatuur kunnen verdiepen en ik zou dat de heer Kroon willen aanraden. Hij kan dan zien dat ik niet de enige ben, maar dat er ook nog anderen zijn die deze problemen signaleren. In deze gesloten structuur gaat het om de macht die zich in han den van enkelen bevindt, want macht is in het menselijk leven een heel belangrijk punt. In de gesloten structuur zijn het altijd maar wei nigen die gaan bepalen wat er zal gaan gebeuren. De democratie ver onderstelt - dat lijkt mij een heel gezonde basis - dat die macht wordt gecontroleerd. De democratie veronderstelt dat die macht door de bevol king wordt beïnvloedzichzelf discutabel stelt en laat zien waar hij precies mee bezig is. De mensen zijn daar nu namelijk aan toe. Mis schien was de bevolking er vroeger niet aan toe, maar daar heb ik al eerder op gewezen en om die reden sprak ik ook over de mondige mens die zélf mee wil denken en meedoen. Dit is het grote probleem van deze tijd. Wij kunnen natuurlijk dit probleem uit de weg gaan, wij kunnen het natuurlijk uit de raad willen bannen, maar dit staat buiten de raadszaal en daar ligt het probleem. Op het ogenblik zijn die machtsverhoudingen in laatste instantie niet democratisch gebaseerd, omdat er veel te weinig zicht op is. In onze tijd gaat het erom als de mensen bezig zijn verder te bouwen aan de gemeenschap van Breda - ik zeg met nadruk verder te bouwen, want het houdt helemaal niet in dat er tot nu toe niet is gebouwd - nieuwe wegen te vinden en mij gaat het erom de verhoudingen te veranderen. Wij zouden bijna kunnen stellen dat het gaat om een revolutie in de democratische verhoudingen. Er zijn natuurlijk altijd een heleboel mensen die ertegen zijn, omdat zij leven van de gesloten structuren, omdat zij geloven in de gesloten structuren of zij zitten er zo in verweven dat zij gewoon niet anders meer kunnen denken en kunnen leven. De heer MELZER: Die hebben de diktatuur meegemaakt. De heer VON SCHMID: Toevalligerwijze was ik er toen ook al en de heer Melzer moet niet net doen of ik er in die tijd nog niet was. Ik weet het precies en de heer Melzer moet niet altijd proberen iemands democratische gezindheid in twijfel te trekken door met de diktatuur te schermen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 845