27 NOVEMBER 1969.
853
vraag waarom het nu wel moet terwijl er een amendement kwam waar
door het niet moest.
De heer Van Loon heeft verder gezegd dat de raad beslist. Dat is
toch een beetje een uitschieter van de heer Van Loon, want natuurlijk
beslist de raad formeel. Het gaat er echter om dat wij ook het zicht
missen zo ook het samenspel met de gemeentelijke diensten en de be
sluitvorming is meer formeel dan werkelijk.
De heer VAN DER WERFF: U moet wel voor uzelf praten. U zegt
dat wij het zicht missen, maar waarschijnlijk mist u het zicht.
De heer VON SCHMID: Van vele collega's heb ik dergelijke opmer
kingen gehoord en ik spreek dan ook beslist niet alleen voor mijzelf.
Misschien bent u geweldig op de hoogte, misschien kijkt u steeds ach
ter de schermen en dat is fijn. U hebt dan alvast geen behoefte aan die
inspraak.
De heer VAN DER WERFF: Wij hebben inspraak, wij hebben een
achterban, het spijt mij dat u dat almaar in twijfel trekt.
De heer VON SCHMID: Dat doe ik helemaal met, er zijn natuur
lijk nog altijd mensen die er achteraan lopen.
Ik zou dan ook nog een opmerking willen maken over het voetbal.
Volledigheidshalve wil ik opmerken dat de motie die door de heer Mel
zer is ingediend ook door mij ondertekend is, dat zou in de V. V. D. -
roes bijna vergeten worden.
De heer^toBON: Ik heb u het stuk op uw verzoek aangeboden en
u hebt er nooit enig bezwaar tegen gehad.
De heer VON SCHMID: Dat is niet waar. De heer Melzer heeft mij
gevraagd of ik ook wilde tekenen en dat heb ik gedaan. Het is niet op
mijn verzoek, maar op verzoek van de heer Melzer gebeurd. Overigens
doet dat er verder niet toe.
Voorts vind ik het belangrijk dat als voorbeeld voor de goede samen
werking in het seniorenconvent de wijkverwarming is genoemd. Ik. wil
hier verder niet op ingaan, want ik zou graag eerst het rapport afwach
ten. Als dat rapport verschenen is kunnen wij tenminste lezen waar het
over gaat. Wij hebben nog steeds geen rapport en het lijkt mij dus ta
melijk vruchteloos er nu al over te praten. Ik. wil volledigheidshalve
toch wel even opmerken dat de kwestie van de wijkverwarming voor
het eerst aan de orde is gekomen op een vergadering van de P.P.R.
waar de heer Van Loon en ik samen waren. Wij hebben voor die men
sen gesproken en daar is de grote bijeenkomst in "De Wisselaar" uit
voortgekomen. Dat heeft mede geleid - ik heb daar ook een aandeel in
gehad - tot de besluiten die daarover in het seniorenconvent zijn geno
men. Ik wil er in dit stadium, wat er verder ook gebeurt, niets over
zeggen, maar ik wil wel even naar voren brengen dat hier, zij het onge
organiseerd, een inspraakkwestie aan de orde is geweest.