860 27 NOVEMBER 1969. Men kan wat dit aangaat op plaatselijk niveau de plaatselijke bestuur ders, het gemeentebestuur, weinig verwijten maken. Over de hoogbouw in de nabijheid van de binnenstad hebben wij in eerste instantie ook al gesproken. Ik heb de bedoelingen van de heer Melzer wel begrepen. De heer Melzer heeft gezegd dat er wel belangstelling is en als er be langstelling is - de heer Melzer spra- over aflopende gezinnen - zal het project misschien wel van de grond komen. Het zal helemaal af hangen van de vraag of de beleggers er een aantrekkelijk beleggings object in zien. De heer Melzer heeft gezegd dat de V. A.C. een vrouwenkwestie is. Ik heb in eerste instantie gezegd dat zij als zij wensen hebben of nog niet voldoende tevreden gesteld zijn, contact met mij moeten op nemen. Ik heb een gesprek met hen gehad en wij hebben daar zeer goe de afspraken gemaakt en ik dacht dat er nu eigenlijk geen kwestie - V. A.C. meer was. De heer Melzer en ik zijn het eens over de sportaccommodaties. Van onze kant zullen wij aan het hotel doen wat eraan kan worden ge daan, om dat binnen een redelijke termijn te realiseren. Dat is overi gens niet eenvoudig. Ik heb inderdaad in eerste instantie vergeten de vraag van de heer Melzer over de administratie, het beheer en de distributie van de wo ningen te beantwoorden. Daarbij heeft de heer Melzer de vier en de vijf naar voren gebracht. Ik ben het volslagen met hem eens en zo lang ik wethouder ben heb ik getracht te komen tot een bepaalde concentra tie. Er zijn met de woningbouwverenigingen meerdere besprekingen over gevoerd en wij hebben de woningbouwverenigingen verzocht wat dat aangaat een bepaalde concentratie tot stand te brengen, al was het alleen maar bij deze drie. Tot dusver zijn wij daarin niet geslaagd. De besturen zijn autonoom en wij kunnen er verder dus weinig aan doen. De heer Kroon heeft gesproken over een grenscorrectie op korte termijn. Wij zijn het helemaal met hem eens. Vanmiddag hebben wij nog even doorgelopen wat er allemaal aan vooraf gegaan is en dat is eigenlijk allemaal heel erg triest. De voorstellen tot verkoop van woningwetwoningen komen inder daad binnen afzienbare tijd bij de raad. De heer Kroon betreurt het dat hij beluistert dat het waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn in deze zittingsperiode met het resultaat van het bureau Heesewijk in de raad te komen en een binnenstadsplan te doen vaststellen. Ik heb gezegd dat ik mij niet durf te binden en wij zullen ons best doen zo het enigszins mogelijk is het plan vóór het verstrijken van deze zittingsperiode in de raad te brengen. Ik durf het echter niet op voorhand te beloven. Ik kan mij vinden bij het idee voor tussentijdse informatie. Ik heb dat destijds ook al gezegd bij het aannemen van het stuk door de raad. Wij zullen tussentijdse informatie verstrekken op een moment dat er informatie is die verstrekt kan worden. Onzerzijds is er helemaal geen bezwaar tegen dit te gaan doen. De heer KROON: Ik heb u in de aanvang dank gebracht voor het bouwbeleid in de afgelopen acht jaar, de tijd dat u in functie bent. m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 860