870 27 NOVEMBER 1969 moeten niet enkele mensen die in het ambtenarenapparaat aan de top zitten alles doen Bij de voorbereiding van elke begroting en van elk fi nancieringsplan vinden onder mijn voorzitterschap gesprekken plaats met talloze ambtenaren. Daarna is de vraag verbonden of het fysiek moge lijk is dit vol te houden. Daar zitten hele vraagstukken verbonden aan het systeem van de inspraak. Wij proberen dat bestuur en dat ambtena renapparaat klaar te maken opdat de inspraak ook zinnig zal kunnen ge beuren. Tegen die achtergrond moet de heer Von Sc'hmid mijn opmer kingen over planning zien. ik hoop dat de heer Von Schmid dan zal aan voelen dat wij niet menen de wijsheid in pacht te hebben, maar dat wij menen de eerste stap te hebben gezet die mogelijk een fundamentele bijdrage kan zijn voor de oplossing van het vraagstuk waar de heer Von Schmid zo'n enorme belangstelling voor heeft. Wethouder GIELEN: Ik heb het idee dat de heer Van Loon aangaan de de wijkverwarming de zienswijze van het college wel kan volgen Het vraagstuk van het al of niet plaatsen van meters bij de wijkverwar ming zal ongetwijfeld in de commissies, die vanavond al meerdere ma len zijn genoemd, worden behandeld. Deze commissies dragen een gro te verantwoording, wij moeten ons dat wel realiseren, want deze com missies moeten burgemeester en wethouders adviseren. Burgemeester en wethouders zullen naar aanleiding van die adviezen met voorstellen bij de raad moeten komen. Deze commissies zullen zich ongetwijfeld met dit vraagstuk moeten bezighouden omdat zeker te verwachten is - ik heb dat gelezen in het rapport Van Heugten en ook beluisterd bij de be sprekingen die wij met de commissies hebben gehad - dat ook Van Heug ten iets over dit probleem zal zeggen. Het is zeker te verwachten dat in de reactie van de directie van het Energie en Waterbedrijf aandacht aan dit vraagstuk zal worden geschonken. De raad kan een duidelijk inzicht in de vraag en in het antwoord dat uiteindelijk op deze vraag zal moe ten worden gegeven verwachten. Het kan dan ook geen nadeel zijn dat fedurende één stookseizoen twee systemen naast elkaar worden gebruikt, ij het ene systeem wordt wel en bij het andere systeem niet met meters gewerkt. Mén kan dan ook aan het einde van het stookseizoen een dui delijker inzicht krijgen in het vraagstuk, waarover nog altijd geen ze kerheid bestaat. Deze vraag luidt hoe het stookpatroon zich zal gaan ontwikkelen in het geval men zonder meters gaat werken. Is de stijging van het gebruik van 20a 25% juist of is dit cijfer niet juist? Een lan gere proeftijd kan ons hierover alleen maar wijsheid brengen. Ik wil ook nog iets zeggen over de "dwangmaatregel Ik wil wel herhalen dat dit natuurlijk geen sympathieke maatregel is. Wij zullen ook wel niet veel van mening verschillen over de vraag of die maatre gel al dan niet nodig is. Het gaat bij ons allemaal veel meer over de vraag op welke wijze wij een dergelijke maatregel zullen moeten han teren. Als wij straks bij de raad zullen komen met een nieuwe tariefs verandering, voor het begrotingsjaar ten einde is, zullen wij ons zeker voordien ook over deze vraag moeten beraden. De raad moet in het oog houden dat nu er in de verordening een dwangmaatregel is, die een on derdeel is van deze verordening, de raad zelf indertijd het besluit daar toe heeft genomen. Indertijd is bij de behandeling van de verordeningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 870