871
27 NOVEMBER 1969.
in de raad uitvoerig over dit onderwerp gesproken en men vond het toen
gewenst deze maatregel op deze manier te stellen. Niets is statisch,
ook op dit gebied bestaat een grote dynamiek en misschien is dat aan
leiding er straks anders over te denken. Ik wil hierover namens het col
lege geen enkele toezegging over doen en ook persoonlijk zou ik dat
liever niet willen doen. Ik zou er eerst nog wel eens heel rustig over
willen denken en er met deskundigen over willen praten.
Over de verwerking van vaste afvalstoffen - deze terminologie be-
fint nu ook elders ingang te vinden - is het nu duidelijk geworden wat
e heer Van Loon bedoelt met het "wederom van horen zeggen". Wij
behoeven helemaal niet ver te zoeken, want de heer Van Loon bedoelt de
V.A.M. die in Amsterdam is gevestigd en die de mogelijkheden biedt
het vuil per trein af te voeren om elders in Nederland bepaalde gebie
den te beleggen met datgene wat wij in deze stad en anderen in ande
re steden menen weg te moeten werpen. Ik wil er verder geen oordeel
over uitspreken. Ik kan mij echter voorstellen dat dit een landelijk
vraagstuK is en ik vraag mij af of het wel wenselijk is datgene wat wij
hier graag kwijt willen elders in Nederland op hopen neer te gaan leg
gen. Wij moeten er nu maar niet over praten, maar ik wil wel zeggen
dat het ons niet vreemd is wat de V.A.M. wil. Ik heb daarstraks al ge
zegd dat er een werkgroep aan de gang is die voor 1 juli 1970 zal rap
porteren. Deze werkgroep bestaat uit de heer Vermeulen, de directeu
ren van de dienst Openbare Werken, het Vervoerbedrijf, een hoofdamb
tenaar van de secretarie en ik. Deze ambtenaar is een ambtenaar van
de afdeling Financiën, welke afdeling zich over al deze vraagstukken
buigt en die ook al contact met de V.A.M. heeft gehad. De afdeling
heeft er besprekingen over gevoerd en houdt zich met alle vraagstuk
ken zoals afvoer, verbranding, storten, composteren enz. in ruime ma
te bezig. Ik verheug mij op het ogenblik waarop wij het rapport aan
de raad zullen mogen overleggen.
De heer Van der Zwan heeft ook gesproken over de sancties. Ik
ben het met hem eens dat het niet goed is als men niet kan betalen
maar dat het wel goed is als men niet wil betalen. Ik wil er nu maar
niet dieper op ingaan, ik heb daarstraks al gezegd dat het mij gaat om
de wijze waarop de sancties worden gebruikt en de wijze waarop men
ze toepast.
Om alle misverstanden te voorkomen wil ik de heer Van der Zwan
wel zeggen dat hij, toen hij sprak over de raadsleden die in de verga
dering in december zullen spreken over het al of niet gebruiken van me
ters, bedoeld moet hebben de raadsleden die in de twee commissies
zitting hebben. Het is namelijk bepaald niet de bedoeling om in de
vergadering van december op deze zaak terug te komen.
De heer MELZER: Spaar ons!
Wethouder GIELEN: De commissies vergaderen op 16 en 19 decem
ber en het college komt niet op deze zaak terug voor het college ad
vies van deze commissies heeft gekregen. Wij zullen, naar ik verwacht,
met de vergaderingen van 16 en 19 december niet tot een oplossing