876
27 NOVEMBE 1969.
industrieschap. De autonome beslissingen van deze raad zullen voor
de toekomst van de gehele regio van groot belang kunnen zijn als het
plan eenmaal is goedgekeurd. De in dit plan genoemde regels lijken
de vrijheid enigermate in te perken maar dat is om voor de toekomst
grotere vrijheidsmogelijkheden te waarborgen. Om die reden staat mijn
fractie hier dan ook achter.
De heer WOESTENBERG: Ik zou alleen willen vragen of het toevoe
gen van agendapunten aan de begrotingszitting geen overbelasting bete
kent. De zaken van de begroting zijn voor de kleinere fracties al zwaar
genoeg. Mijn buurman heeft ook zijn stukken niet bij zich en dat kan
alleen maar doordat wij overbelast worden en andere stukken bijgevoegd
worden, die eigenlijk bij de begrotingsdebatten niet thuis horen. Ik
vraag mij af hoe men zoiets zonder bijbedoelingen kan doen.
De VOORZITTER: In antwoord op de woorden van de heer Woesten-
berg wil ik zeggen dat ik de overbelasting en de bijbedoelingen even
naast mij neerzet. In het stuk staat duidelijk dat vanaf 17 oktober het
twee maanden lang mogelijk is bezwaar te maken tegen dit streekplan.
Daarna komt er nog een procedure, met een periode van vier maanden
voor Provinciale Staten met een mogelijkheid van twee maanden verlen
ging. De reden dat dit plan nu op de agenda staat - ik heb dat voldoende
gemotiveerd en het staat bovendien in het stuk - is dat men, wanneer
men bezwaren wil maken, deze bezwaren voor 17 december moet in
dienen. Omdat de raad niet eerder dan 18 december weer bijeen komt
moeten wij dit onderwerp vandaag behandelen. Bovendien staat het stuk
op de agenda, het is dus aangekondigd.
Wij hebben in mei - het stuk geeft daar ook blijk van - uitvoerig
over het streekplan in de voorbereidende fase gesproken. Het college
van burgemeester en wethouders heeft toen een grote nota doen ver
schijnen en wij hebben daar toen de conclusie uit getrokken dat er geen
aanleiding was in dat voorbereidende stadium veel aan Gedeputeerde
Staten te zeggen. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat dat
ook nu niet het geval is.
De heer Van Loon heeft evenals de heer Van der Zwan over de gro
te urgentie en grote betekenis van de wegverbinding naar Moerdijk ge
sproken. Daarover bestaat niet alleen volledige overeenstemming, maar
ik heb vanmiddag bij de algemene beschouwingen hier al iets over ge
zegd - ik behoef dat niet te herhalen - en ik heb gezegd welke stappen
burgemeester en wethouders zullen nemen om die urgentie aan te pun
ten. Ik heb de hoop, verwachting en ook de zekerheid uitgesproken dat
op dat wegenplan van de provincie deze weg een belangrijke"functie
zal gaan vervullen. Uit de verslagen van de commissie voor Verkeer
en Waterstaat van de provincie wordt deze weg heel duidelijk aange
geven en wordt ook een ander systeem van financiering genoemd en
wanneer er geld gaat overblijven- wij hopen dat van harte - worden
de voorbereidingen van deze weg, die enorm belangrijk is, ter hand
genomen. Burgemeester en wethouders hebben ook al eens gezegd dat
zij als de voorbereiding niet ter hand wordt genomen, er wellicht zelf
bepaalde stappen voor moeten zetten.