892 28 NOVEMBER 1969 willen laten uitkomen dat, als later het vervoerbedrijf naar de rand van de stad zal gaan -- dat zal te zijner tijd beslist noodzakelijk zijn het dan naar mijn oordeel veel beter is hier een deling aan te brengen. Tenslotte wil ik nog een vraag stellen. Ik heb vernomen dat de gemeente voor de dienst van openbare werken een deel van de grond nodig heeft die aan de grond van het veivoerbedrijf grenst. Op dat ter rein is het dierenasyl gevestigd. Als dit doorgaat zal ongeveer de helft van het dierenasyl moeten worden afgebroken. Vanwege de dienst van openbare werken is er een ambtenaar geweest en er zijn onderhandelingen gevoerd. De dierenbescherming is gevraagd grond af te staan, terwijl de gemeente in ruil voor die grond een terrein aan de Terheijdenseweg beschikbaar zou stellen. Mijn vraag is of er inderdaad onderhandelingen gaande zijn en waarom de gemeente dat stukje grond naast het vervoer bedrijf nodig heeft. Wethouder GIELEN: Ik wil beginnen met de vraag van de heer Brooimans. De heer Brooimans heeft opgesomd met hoeveel guldens in de loop der jaren tussen 1963 en deze begroting -- laten wij het maar kort noemen, dat is voor iedereen het duidelijkst -- het emmerrecht is verhoogd. Nu bereikt de raad een voorstel deze tarieven te verhogen van 24, -- tot 30, -- per emmer. In totaal betekent dat een meerop brengst van rond 200. 000, --. De vraag van de heer Brooimans is al vaker aan de orde geweest en wij moeten eigenlijk stellen dat er een streven bestaat --de raad heeft dat in het verleden ook onderschreven -- wanneer het mogelijk is voor deze diensten te streven naar een betaling van de betreffende kostprijzen. Tot op heden is dat nog nooit bereikt en dat wordt ook nu nog niet bereikt. De kostprijs per emmer bedraagt in clusief het eenmaal per week ophalen van grof huisvuil - - de raad moet wel bedenken dat dat ook een gratis dienst is die aan de burgers wordt verleend -- 39.67. Wij zijn met ons tarief dus nog altijd 9.67 van de kostprijs verwijderd. Langzamerhand vindt de gedachte ingang, niet alleen in Breda -- misschien in Breda minder dan elders--, maar in het gehele land, dat wie het vuil maakt voor de verwijdering daarvan moet betalen. Dat is een heel belangrijke gedachte, want als dat zo in het algemeen wordt gesteld heeft het niet alleen betrekking op het vuil waar wij nu over spreken, het huisvuil, maar ook in algemene zin op ander vuil zoals de industriële afvalstoffen, die de lucht ingaan. Overal neigt men er meer en meer toe over de producenten van het vuil voor de verwijdering ervan te laten betalen. Ik. wil hiermee niet zeggen dat wij van plan zijn het volgend jaar de emmerrechten de volle kostprijs te laten dekken, maar u vindt hierin toch een duidelijke motivering van het streven -- de raad heeft dat in het verleden ook erkend -- tot een kostpnjsdekkend tarief te komen. Dit is echter niet eenvoudig, want het zal de raad duidelijk zijn dat de kostprijs elk jaar stijgt. Daarnaast staat echter nog een ander punt. Gisteren is heel duidelijk naar voren gekomen dat er wordt gestreefd naar een sluitende begroting. Er zal natuurlijk moeten worden gezocht naar middelen om die begroting sluitend te maken en ik moet helaas zeggen dat ook de verhoging van deze tarieven daarbij een bepaalde functie ver vult.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 892