896 28 NOVEMBER 1969 Wethouder GIELEN: Het wordt wel erg technisch als wij gaan spre ken over de laatste vraag van mevrouw van Mierlo over het al of niet broeien. Ik wil mij daar maar niet in begeven want ik ben daar bepaald onvoldoende deskundig voor. Op zich is het gebruiken van plastic zakken buitengewoon sym pathiek. Ik vind het veel gemakkelijker dan het gebruiken van vuilnis emmers, een gedachte die iedere keer weer bij mij opkomt als ik ergens bij een deur zo'n keurige plastic zak zie staan. Wij kunnen het gebruik op dit moment echter niet zo maar vrij laten, want als wij het vrij zouden laten dan zou bij een andere deur waar geen plastic zakken worden ge bruikt een doos kunnen staan, bij de volgende deur een halve doos, enz. Het gebruik van de plastic zakken kan alleen maar als proef worden in gevoerd en ik beloof de raad -- de raad kan daarop rekenen -- dat als de directeur van het vervoerbedrijf hier in Breda de tijd rijp acht die proef beslist zal worden genomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de begroting van het vervoerbedrijf vastgesteld. f. OPENBARE WERKEN. De heer VAN BANNING: Ik. heb een vraag gesteld over een voet gangersdomein en ik had in dit verband niet over inspraak willen spre ken. Misschien wil de wethouder echter zijn oor eens te luisteren leg gen bij de winkeliersvereniging in de Ginnekenstraat. Ik heb namelijk vernomen dat deze vereniging nogal wat bezwaren heeft als er plannen zouden bestaan om ook deze straat tot voetgangersdomein te verklaren. De heer VAN DUIJL: Onder vraag 105 heb ik gevraagd een brug te bouwen over de vijver, zodat de wijk tussen Lelystraat en Jac. Roman- weg beter ontsloten wordt. De voetgangers kunnen door die brug de wijk sneller verlaten om naar het winkelcentrum te gaan. Het verheugt mij uit uw antwoord te mogen vernemen dat er voor bereidingen zijn getroffen om tot het bouwen van deze brug te komen. Vervolgens staat er dat de hieraan verbonden kosten te zijner tijd in het investeringsplan worden ingepast. Dit is natuurlijk een zeer rekbaar be grip, want u geeft allereerst niet aan in welk inveisteringsplan het zal worden opgenomen en dat kan natuurlijk nog wel tien jaar duren. Ik neem echter zonder meer aan dat dat niet de bedoeling is. Ik zou daar om willen vragen of het mogelijk is mij bij benadering te vertellen wanneer deze voetgangersbrug zal worden verwezenlijkt. De heer WOESTENBERG: Openbare werken is aan de orde, maar ik zou u nogmaals willen vragen of er duplieken kunnen worden gehouden naar aanleiding van hetgeen gisteren door de wethouder is gezegd. De VOORZITTER: Ik moet u vragen artikel 19 van het reglement van orde te lezen. Het is niet mogelijk op de woorden van de wethouder terug te komen en wij kunnen alleen maar spreken over de onderwerpen die nu aan over wilt De de wethou Als er een weten wat De U zult zie Daarna ka Het reglei daarna ge Di D voeren? D bare Werl van meni gemeente maar een door de n D dat aan d E ontvange Beurs sch stelling t van Riel I 1966 heb baarheid schuldig onder an en de lei wethoudi gezien h boven he thans be en dat d Het is ee gelaten rechtbar en waar1 is gevoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 896