8
1 JANUARI 1969
hoop uit, dat de constructies die daar in de loop van negen jaren
bestuurlijke arbeid het gevolg van zijn geworden voor de toekomst
houdbaar en deugdelijk zullen blijken te zijn. De ontwikkeling zal
hij graag blijven volgen.
Hoewel spreker niet sentimenteel wil doen, moet hij toch zeggen
dat - hoewel hij zijn heengaan uit Breda over zichzelf heeft afge
roepen - dit heengaan hem bepaald wel wat doet. Juist bij een af
scheid ontdekt men het aantal vrienden dat men in de loop van de
jaren heeft gemaakt en de hechtheid van de daaruit gegroeide ban
den. Daarbij wil hij zelfs zeggen dat bij die ontdekking ook de dis
sonant zijn eigen plaats heeft om als altijd de betrekkelijkheid
aan te tonen.
Zich tot de voorzitter wendende zegt spreker dat deze van Noord-
Holland naar Noord-Brabant is gekomen. Zelf gaat hij van Noord-
Brabant naar Noord-Holland, het verschil tussen de twee daarbij
betrokken gemeenten laat zich uitdrukken in 100. 000 zielen. De
voorzitter is afgedaald van het Haarlemse naar het Bredase, spre
ker gaat hogerop van Breda naar Castricum. Spreker zegt de voor
zitter persoonlijk dank voor het integere burgemeestersvoorbeeld
dat door hem de afgelopen twee jaren is voorgehouden en wat door
de manier van beleven en van presenteren zeer heeft geïmponeerd.
Ook zegt hij de voorzitter dank voor de persoonlijke vriendschap die
hij en zijn echtgenote over de functionele relatie heen heeft weten
te bieden. Spreker zegt ook de wethouder bijzonder dank voor de
wijze waarop zoveel jaren is samengewerkt, altijd in pais, niet al
tijd even rustig en gelukkig. Maar hoe fel de brainstorming onder
elkaar ook is geweest, men kan zich daar alleen maar gelukkig om
prijzen, want het zet iemand op de tenen en men dient zo hoog
mogelijk te reiken. Zonder tegenspel komt men niet tot het eigen
formaat! Hoe fel de brainstorming op elkaar ook is geweest er was
één zaak, één element dat de verhoudingen typeerde en dat was
de integere vriendschap onder elkaar. Er kon verschil van mening
zijn over zaken maar er kon nooit een splijtzwam zijn in de onder
linge verhoudingen.
De periode die spreker besturend met de andere wethouders zo in
de menselijke relatie heeft doorgemaakt zal hij nooit vergeten.
Ook de dames en heren leden van de raad wil spreker danken en
wel voor hun eerlijk open en constructieve opvatting van de hun
gestelde taak. Het is hem bekend dat hij het de raadsleden niet al
tijd even gemakkelijk heeft gemaakt en de heer van Werkhooven
heeft hier ook zeer terecht op geattendeerd. Spreker meent dat
men dat gewoon aan elkaar verplicht is, ook daar geldt weer dat
het beste, het meest constructieve tegenspel het beste resultaat op
levert dat een stad als deze waard is. In de heer van Werkhooven
wil spreker als collega raadslid alle leden dank zeggen voor de bij
zonder goede menselijke contacten die gelukkig over alle Scheids
lijnen van de politiek heen aanwezig zijn geweest en konden wor-