28 NOVEMBER 1969 905 Ik geloof echter niet dat dit het geval is. In de organisatie van het werk heeft de directeur van beplantingen zijn kansen. Als hij vindt dat zijn kansen te gering zijn of onvoldoende worden gehonoreerd, heeft hij zijn wethouder -- die ook wethouder van openbare werken is -- om zijn klachten te deponeren. Er zijn mij echter geen klachten bekend, maar het is een volkomen normaal en gezond verschijnsel dat ei fricties in zo'n samen werking zijn. Ik heb hiermede de punten die mij aangaan wel beantwoord. De andere vragen, vooral die die door de heer Spanjer zijn gesteld, gingen meer de kant uit van het hoofdstuk waar de heer van Gastel op doelde. Misschien mag ik mevrouw de Bonte nog verwijzen naar een ar tikel in een uitgave van "De Stem", naar ik meen Breda-oost, van gister avond, waarin een heel uitvoerig artikel staat met betrekking tot de woon wijk Heusdenhout. Daar heeft zich net op het gebied van de speelmogelijk- heden voor de jeugd een ontwikkeling voltrokken, die volgens het stuk in dat blad een novum is. De straten zijn inderdaad geheel gevrijwaard van doorgaand verkeer, waardoor de kinderen die straten mede als speelruimte kunnen gebruiken. De straat mondt uit in een groen gazon waar de jeugd naar haitelust kan spelen zonder gehinderd te worden door het verkeer. U ziet hieruit dat er ook op dit gebied altijd weei nieuwe ontwikkelingen zijn en wij hopen bij te blijven. De VOORZITTER: De heer van Bijnen wil iets opmerken over het tijdstip waarop hij de vragen wil beantwoorden. Wethouder VAN BIJNEN: Nu de begroting van jeugdzaken nog niet is ondergebracht bij de sportzaken, hoewel het besluit daartoe wel reeds is genomen, kan de raad kiezen sport en jeugdzaken tegelijkertijd te behandelen of zich te houden aan de vragen die nu zijn gesteld. In het eerste geval zou het betekenen dat de vragen van mevrouw de Bonte en de heer Spanjer bij jeugd en sport worden behandeld en in het tweede geval lijkt het mij het beste de vragen te behandelen bij paragiaaf 7 van hoofdstuk VIII. In deze vergadering, bij de behandeling van deze begroting zou dit de gemakkelijkste gang van zaken zijn. In het andere geval gaan wij de zaken wat door elkaar halen. In vorige vergaderingen hebben wij jeugd en sport wel bij elkaar gevoegd, maar met de begroting zijn wij nog niet zo ver dat wij jeugdzaken aan de sportdienst hebben toegevoegd. Alle vragen over niet-openbare speeltuinen -- speeltuinen met toezicht of beperkt toezicht -- vallen op dit moment nog onder jeugd en recreatie. Zij zullen behandeld kunnen worden bij hoofdstuk VIII, paragraaf 7. Het volgend jaar vallen deze zaken helemaal onder de sportdienst. De VOORZITTER: Dames en heren. De heer van Bijnen zal dus de vragen die in dit verband gesteld zijn later beantwoorden als u daarmee kunt instemmen. Het is duidelijk dat ook de vraag van de heer van Gastel hoofdstuk VIII gaat betreffen en dat hier het onderwerp dat hij wilde aan snijden nog niet aan de orde is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 905