28 NOVEMBER 1969 Mevrouw DE BONTE: De wethouder heeft gezegd dat ik een artikel in een blad van De Stem had kunnen lezen, maar ik had daar gisteravond geen zin meer in. Ik heb echter wel kennis genomen van hetgeen er in de wijk Heusdenhout gebeurt, ik ben er gaan kijken, en ik moet zeggen dat ik het voor de kinderen een ideale oplossing vind. Het verkeer blijft uit die straten, er zijn zandbakken en de kinderen hebben direct vanuit de woning een prima speelgelegenheid. Dat was echter niet mijn probleem. Ten aanzien van de flats ben ik het helemaal niet met de wet houder eens. Er is naar mijn mening wel een oplossing en het is ook helemaal niet erg bepaalde gebieden af te schermen in verband met verkeers- of verdrinkingsgevaar. Als het nodig blijkt flats te bouwen en als het nodig is dat daarin gezinnen met kleine kinderen wonen, moeten wij de nodige maatrege len nemen de kinderen te beveiligen. Dat is nu eenmaal mijn standpunt en ik kan er niets aan doen. Wethouder VERMEULEN: Ik respecteer het standpunt van mevrouw de Bonte ten zeerste. Het is ingegeven door de beste bedoelingen met de kinderen van andere mensen en wij hebben daar natuurlijk allemaal een medeverantwoordelijkheid voor, voor zover wij voorzieningen tref fen die de risico's, het gevaar, voor deze kinderen extra groot zouden maken of buiten proporties, abnormaal groot zouden maken. In dat ge val zouden wij dingen doen die eigenlijk niet door de beugel zouden kunnenIk vermag niet in te zien dat dit op het ogenblik het geval is en daar ligt naar mijn mening het verschilpunt. Wij zouden weer naar de concrete situatie moeten om elkaar te overtuigen van ons gelijk. Ik kan mij voorstellen dat er wel ergens een punt is aan te wijzen waar water is en waar door het feit dat er dichtbij bebouwing is een extra gevaren-element bestaat. Als u dit echter in zijn algemeenheid stelt kan ik het nu eenmaal niet met u eens zijn. Het is een polder en in een polder zijn nu eenmaal waterstroompjes, die kunnen wij daar nu een maal niet missen. Als u zegt dat dat een gevaarlijke situatie is waar de overheid wat aan moet doen, vind ik dat iets te ongenuanceerd. Als je dat water daar ziet en je ziet die brede, flauw-hellende groengazons dan is naar mijn inzicht het risico niet groter dan rede lijkerwijs normaal in het leven bestaat. Natuurlijk is er een risico, maar natuurlijk zijn er ook andere risico's. Ik zie echter niet in, tenzij een concreet punt wordt genoemd waar het gevaar bijzonder groot is -- daar zou dan over gesproken moeten worden --, dat wij al het water in de Hoge Vucht. kunnen gaan afzetten met hekjes of iets dergelijks. De kinderen zullen over deze hekjes heenklimmen bovendien en dan is het nog een attractie apart. Ik zie het echt niet, met alle begrip voor uw gevoel overigens. De heer VAN WERKHOOVEN: Dan moet u alle verkeer even eens uit die wijk weren, want dat is nog veel gevaarlijker. Wethouder VERMEULEN: Dat is ook een gevarenelement.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 906