928
28 NOVEMBER 1969
en dat is een doodnormale zaak. De Stadsschouwburg ontvangt in het
exploitatie-tekort eveneens een subsidie en ik heb drie jaar lang, in
1967, 1968 en 1969, gevraagd of u niet bang bent dat de leegloop van de
Stadsschouwburg groter zal worden, waardoor het subsidie aan de Stads
schouwburg eveneens steeds groter zal worden. Het was bijzonder ver
heugend dat u drie jaar lang antwoordde dat u niet bang was, dat er
een vrees bestond voor onderbezetting van de Stadsschouwburg. Het
evreemdt mij echter wel dat er in het rapport culturele accommodaties
staat dat onder ogen moet worden gezien dat in een bepaald opzicht
een terugloop in de activiteiten te verwachten is. Terwijl u in uw ant
woorden "neen" zegt, zegt het rapport culturele accommodaties dat
er met name door het gereedkomen van "Het Turfschip" een leegloop
is te verwachten. Mijn vraag is nu of die leegloop er wel of niet zal
komen.
Voorts is er nog de kwestie van de Torenfeesten. Ik wil alleen
maar vragen -- het is een technische kwestie -- of er een afrekening
kan worden gegeven in verband met het overzien van het beschikbare
budget. U heeft deze aftekening toegezegd voor de raadsvergadering
van november, maar wij hebben haar nog niet gezien. Kunt u zeggen
wanneer die afrekening wel zal komen?
Tenslotte wil ik de wethouder vragen of er een concrete datum
te noemen is waarop de culturele raad tot stand zal komen. U moet
mij niet kwalijk nemen dat ik terugkom op een bepaalde hobby, maar
ik wil vragen of de zienswijze van het college in verband met uw voor
zitterschap van de raad inmiddels is veranderd. U zei dat het een kwestie
van tijd was en ik houd het een beetje bij.
De heer SPANJER: Het rapport met betrekking tot de culturele
accommodaties is een jaar geleden, in juni 1968 gereedgekomen.
Het zal wel begrijpelijk zijn dat bij de vorige begrotingsbehandeling
overleggen van dit rapport aan de raad door het college ongewenst werd
gevonden en dat werkte intrigerend toen ik het rapport begon te lezen,
Na lezing is mij niet duidelijk geworden om welke reden wij het des
tijds niet in konden zien, of die reden moet zijn dat er enkele duidelijke
adviezen in staan, waarop u nu met uw mededeling nader ingaat. Ik zou
het rapport zelf een deelnota, die duidelijk aansluit bij de cultuurnota,
willen noemen, meermalen wordt in het rapport dan ook naar deze nota
verwezen. De aspecten rondom de wijkaccommodaties komen niet of
weinig aan het bod. Er is een apart onderzoek naar deze wijkaccommodaties
gaande, maar het is wel te betreuren dat in dit rapport geen aandacht wordt
geschonken aan de vraag op welke wijze deze wijkaccommodaties bij
het cultureel beleid betrokken kunnen worden. Ik doel daarmee op het
feit dat deze wijkaccommodaties alle in handen zijn van particuliere
stichtingen en dergelijke. Ik kan mij indenken dat u mij gaat gerust
stellen met de opmerking dat dit onderwerp aan de orde zal komen in
het rapport wijkaccommodaties. Ik was er echter niet zo gerust op dat
ik een opmerking mijnerzijds achterwege wilde laten. Ik zou om die reden
willen vragen wanneer het rapport wijkaccommodaties gereed zal zijn
en wanneer de raad er kennis van zal kunnen nemen. Het rapport cul
turele accommodaties is een momentopname van nu al meer dan een
jaar geleden en men zal met het onderzoek voort moeten gaan, schrijft
u in net begeleidend schrijven.