28 NOVEMBER 1969.
941
ateliers zien wij met belangstelling tegemoet.
Hoewel ik een bepaald prioriteitenschema op prijs zou hebben ge
steld - ik vind dit namelijk van groot Delang voor een goed beleid -
mis ik dit in het rapport. Op bladzijde 14 staat: "Wij zien een schouw
burg in deze tijd als een stedelijk gemeenschapscentrum". Kan de wet
houder iets meer vertellen over dat stedelijk gemeenschapscentrum?
Hoe heeft hij zich dat gedacht? Ook belangrijke amateuristische acti
viteiten komen niet allemaal goed uit de verf. Ik hoop dat wij hiermee
niet behoeven te wachten tot de gehele organisatie van de nieuw op te
richten cultuurdienst voor 100% geëffectueerd is. Natuurlijk zijn er fi
nanciële consequenties, bijna 10 miljoen is geen kleinigheid. Hoe
lang is naar de mening van het college de middellange termijnplanning?
Ik heb het rapport een discussiestuk genoemd. Wij aanvaarden dit
met waardering, maar wij verwachten met dit rapport als basis uitge
werkte voorstellen aan de hand van een prioriteitenschema.
Wat betreft de aansluiting aan het oude civic-centre-plan, de
stadsschouwburg, enz. verwijs ik naar de algemene beschouwingen van
mijn fractievoorzitter en dit gehele plan, gezien de nieuwe ontwikke
lingen, op de helling te zetten en opnieuw te bekijken. Bewust heb ik
zelf weinig visie in deze algemene beschouwingen getoond, maar de
situatie na de cultuurnota en het principebesluit tot realisering van een
cultuurdienst is ook voor mij een beetje moeilijk. Vandaar dat ik in
vogelvlucht een overzicht heb gegeven van de laatste cul tourjaren,
waarin beslist wel het een en ander is gebeurd waarover wij niet onte
vreden zijn. Ik geloof dat wij de wethouder een compliment mogen
aanbieden voor net feit dat hij daar altijd volledig achter heeft gestaan.
Naar mijn mening moet de cultuurdienst - en wel zo spoedig mogelijk
- eerst worden gerealiseerd en ik ben ervan overtuigd dat dan de algemene
beschouwingen over de cultuur weer een andere kern zullen krijgen, na
melijk: met volle kracht vooruit.
Wethouder GIELEN: Ik zal trachten aan alle woorden die aan de
cultuur en het cultuurbeleid in het algemeen en aan het accommoda
tierapport en de daaraan verbonden mededeling in het bijzonder zijn
gewijd, zoveel mogelijk aandacht te schenken en de gestelde vragen
zo goed mogelijk te beantwoorden.
Ik zou in het algemeen willen stellen dat men de cultuurnota en
naar ik meen ook het accommodatierapport moet zien als - laat ik
het zo maar noemen - het handvest voor degenen die zich naar wij ho
pen op korte termijn met de werkelijke cultuur en de cultuurverzorging
in deze stad zullen gaan bezighouden. Daarbij denk ik in de allereer
ste plaats aan de culturele raad die binnenkort door de raad in het le
ven zal kunnen worden geroepen en waarin naar wij verwachten verte
genwoordigd zullen zijn zowel degenen die zich ten aanzien van de
cultuur passief gedragen als zij die daarin een actieve rol spelen en wel
uit alle lagen van de bevolking, met naast die culturele raad al dege
nen die zich in het bureau culturele zaken van de afdeling welzijnszorg
met dit culturele werk zullen moeten bezighouden zolang de werkelijke
cultuurdienst er niet is omdat er nog geen directeur kon worden benoemd.
Hetgeen hier vanavond zo uitvoerig ter tafel is gebracht heeft in ruime