28 NOVEMBER 1969
947
alleen om financiële maar ook om andere redenen
De heer VAN DER WERFF: Krijgen wij die rapporten?
Wethouder GIELEN: Neemt u mij niet kwalijk, ik weet niet of die
rapporten aan u zijn uitgedeeld. In ieder geval heeft Bosboom en He-
gener aan het bestuur van de Stichting Centrale Bibliotheek rapporten
uitgebracht, waaruit het college is gebleken dat het niet alleen finan
ciële redenen zijn die deze ruimtelijke eenheid noodzakelijk maken,
maar dat het ook om verschillende andere redenen van belang is voor
degenen die van de diensten van de centrale bibliotheek gebruik ma
ken. Ik geloof dan ook dat men nu niet moet vragen waarom er een
centrale bibliotheek moet worden gesticht.
Een ander punt dat ik op dit moment even wil inlassen is, dat mij
bij geruchte bekend geworden is - ik heb het college daar ook van in
kennis gesteld - dat zeer onlangs een rapport is uitgebracht door de
Rijkscommissie voor het Bibliotheekwezen en het centraal bestuur van
de Vereniging van Bibliotheken in Nederland aan de minister van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. In dit rapport zou staan dat
het noodzakelijk is in verschillende delen van het land te komen tot de
vestiging van zogenaamde regionale wetenschappelijke steunbibliotheken
instellingen die moeten dienen om het enorme werk van de Koninklijke
Bibliotheek en van de verschillende universiteitsbibliotheken te ontlas
ten en deze meer bereikbaar te maken in de regio's voor degenen die
zich bezighouden met verdere vorming op wetenschappelijk gebied.
Ook Breda schijnt in dat rapport te worden genoemd en een ogenblik
hebben wij ons afgevraagd wat wij nu moeten doen. Het college heeft
er zijn gedachten over laten gaan en heeft besloten - in die geest heb
ik het ook besproken met het bestuur van de Stichting Centrale Biblio
theek - dit vooral niet af te remmen en zich zo snel mogelijk te oriën
teren over hetgeen in het rapport staat, om te zien of Breda ook op dit
gebied niet een belangrijke centrumfunctie voor West-Brabant kan ver
vullen. Het college realiseert zich daarbij dat, ook al zal een belangrijk
deel van de kosten worden gedragen door het rijk, een niet onaanzien
lijke last voor rekening zal komen van de betrokken gemeenten. Dit
herinnert mij aan hetgeen mijn collega Broeders gisteren zei, omdat
ook dit een symptoom is van wat van een centrumgemeente wordt ver
wacht en dat tot nu toe van rijkswege niet wordt gehonoreeerdomdat
wij nog niet het aantal inwoners hebben bereikt dat daarvoor geldt.
De heer Van der Werff heeft ook nog gesproken over de bezettings
graad van de gemeenschapshuizen. Het is bekend dat wij ons over deze
zaken op verschillende punten hebben georiënteerd en ons hebben laten
voorlichten door onze sociografische dienst. Wij zijn erg blij met de
cijfers waarover wij beschiklten en vanzelfsprekend ligt net in de bedoe
ling om straks, wanneer de dienst aan het werk is, met deze onderzoe
kingen verder te gaan, want zonder basismateriaal is het natuurlijk uit
gesloten de juiste maatregelen te treffen.
Er is gezegd dat er geen spectaculaire groei zit in de muziekschool.
Dit is inderdaad een feit, maar in elk geval zijn wij nu toch zover dat
wij 1000 leerlingen hebben. Ik geloof dan ook dat wij niet ontevreden