952
28 NOVEMBER 196 9.
1970 geld vrijkomt. Het is wellicht juist dat eerst, zoals de wethouder
zegt, het college zal moeten bezien hoe die ruimte zal worden besteed,
maar ik hoop - eigenlijk had ik dienaangaande een toezegging verwacht
- dat men rekening zal houden met de twee vragen die ik heb gesteld
om dan De Trapkes en de ateliers voor beeldende kunstenaars in gedach
ten te houden, omdat de rijkssubsidie voor de Trapkes namelijk uitgaat
van een gemeentelijke subsidie, terwijl de twee belangrijke aspecten
van de ateliers voor beeldende kunstenaars mijns inziens zijn dat in de
eerste plaats een voorziening kan worden getroffen voor de behoeften
van de individuele kunstenaars op dit moment en verder dat het totale
vestigingsklimaat voor kunstenaars in Breda eigentijds wordt gemaakt.
De gevreesde onderbezetting van de Stadsschouwburg is niet alleen
door mij geconstateerd, maar wordt ook gesignaleerd in net rapport
ruimtelijke accommodaties. Wanneer de wethouder nu zegt dat dit wel
in orde komt en dat de Stadsschouwburg het steeds drukker krijgt, dan
is mijn antwoord dat het Turfschip nog niet volledig in bedrijf is.
De wethouder heeft een vrij plotselinge mededeling gedaan over
de eventuele vestiging in Breda van een regionale wetenschappelijke
steunbibliotheek. Ik zie het allemaal nog niet en ik ben blij dat hij er
in het college over heeft gesproken. Ik weet er niets van, maar de mo-
elijkheid zou kunnen bestaan dat het iets te maken heeft met de open-
are bibliotheek; wij kunnen niet zeggen dat het er per se niets mee te
maken heeft. Zou het er inderdaad iets mee te maken gaan hebben,
dan voorzie ik weer moeilijkheden met de studieopdracht aan prof.
Brouwer. DeV.V. V. is eruit, mogelijkheden voor de muziekschool
zijn er niet. Nu zijn wij aan het kijken of de bibliotheek erin kan, maar
dan rijst plotseling het probleem van nog een andere bibliotheekfunctie.
Naar aanleiding van de mededeling van wethouder Van Bijnen dat
het K.M. T. waarschijnlijk de mist ingaat, spreek ik de hoop uit dat het
college in zijn nota met een andere oplossing voor een creatief centrum
zal komen.
Tenslotte nog een opmerking over de culturele raad. Ik had niet
verwacht dat er zou worden gezegd dat de wethouder geen voorzitter van
de culturele raad zou zijn. Hij heeft gezegd dat de tijd alles kan veran
deren en in dit licht moet u mijn opmerking dan ook zien: ik wil bij de
tijd blijven.
De heer SPANJER: Ik wil twee korte opmerkingen maken. In prin
cipe ben ik het wel eens met wat de wethouder heeft gezegd over het
bejaardenpaspoort, of anders gezegd, het verlenen van reductie aan
gepensioneerden bij het bezoeken van culturele evenementen, maar
misschien is het wel goed als wij in de afdeling voor culturele zaken
nog eens over de uitvoering van deze gedachte overleggen.
Verder heeft de wethouder gezegd dat het hem niet bekend is of
Breda ook uitnodigingen verstuurt aan raadsleden van andere gemeenten
in de regio, maar dat hij zal informeren of wij die beleefdheid hebben.
Ik heb het echt niet bedoeld als beleefdheid, maar als een onderdeel
van het beleid.
De heer VON SCHMID: Ik wil nog een paar opmerkingen maken