95 27 FEBRUARI 1969 tijds voor de Bierfeesten het geval was. Daarnaast zou hi j er voor willen pleiten om verenigingen die zich alsnog voor deelneming aanmelden, zoveel mogelijk bij de activiteiten in te schakelen, zodat een groot aantal van de Bredase verenigingen daadwerkelijk aan de feesten kan deelnemen. Tot slot merkt spreker op dat hij aanneemt dat de garantie van 100.000, -- inderdaad het maximum is en dat dit bedrag niet zal worden overschreden. Ook de heer MELZERwil zich graag aansluiten bij de woorden van waardering door de heer van Loon uitgesproken en door de heer van der Zwan nog onderstreept ten aanzien van al diegenen die zo veel jaren bij de restauratie betrokken zijn geweest. De heer Kroon heeft gesproken over 1926. Spreker kan echter nog verder teruggaan. Hij heeft de kerk in 1918 reeds in de steigers zien staan. Hij vindt het beslist een bijzon der goede taak dat deze kerk en toren weer in volle glorie in Breda prij ken. Dat hij toch nog ergens een bittere smaak in de mond heeft komt omdat de lelijke steenpuisten die de Reigerstraat heeft dit unieke monu ment aanhangen en dat deze helaas niet mede verdwenen zijn, maar hij weet dat anderen hierover beslissen. Toch blijft er ook bij hem nog voldoende lof over voor deze restauratie om hieraan een bijzonder ac cent te verbinden en zegt bijzonder veel waardering te hebben voor de wijze waarop daarnaar door het comité is gezocht. Spreker acht het van belang dat er in Breda zwemwedstrijden en zwem- kampioenschappen georganiseerd worden, dat er voor liefhebbers van de wielrennerij een étappe is opgenomen van Olympia's tour. Dat ook N.A.C. in de gelegenheid wordt gesteld een behoorlijke voetbalwed strijd aan te trekken. Hij dacht dat het comité daarmee op het gebied van de sport een grote schare Bredanaars een genoegen doet. Daarnaast denkt hij aan de sector van de lichte muze: de drumbands, de fanfares, kortom aan alles wat op dit gebied werkzaam is en aan wie uiteraard de mogelijkheid zal worden geboden ergens op te treden. Dat spreker en ook de heer van der Werff bij de aanvang van de ver- adering enigszins kritisch stonden tegenover het feestcentrum, kwam oofdzakelijk omdat zij herhaling van het verleden vreesden. Van de andere kant hebben zij er wel begrip voor, dat gezien het feit, dat de Stadsschouwburg niet beschikbaar is, men toch over een soort Zomer- theater moet kunnen beschikken. Het woord Zomertheater gebruikt hij liever dan het woord feestcentrum. Hij gelooft dat de tijd waarin wij vandaag leven, nu niet direct een tijd is voor grote feestvieringen. Verder zou spreker een idee, dat in Breda schijnt te circuleren, willen wegnemen, namelijk dat de raad bereid zou zijn een ton beschikbaar te stellen voor een feestviering a la hupsa, hola en feestneuzerij. Hij dacht wel de gevoelens van de raad te vertolken, wanneer hij te kennen geeft dat dit beslist niet de bedoeling is. Wel wil men het gereedkomen van de restauratie een accent geven. Spreker is er bijzonder blij mee dat een zo groot mogelijk deel van de bevolking bij de festiviteiten betrokken kan worden. Wanneer hij nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 95