28 NOVEMBER 1969. 959 leest dat het totale programma van eisen zal worden vastgesteld.op grond van de huidige en de voor de toekomst te verwachten behoefte aan ruimtelijke accommodatie, dan wil ik hem verzoeken bladzijde 6 op te slaan en te lezen wat er staat in de alinea die begint met: "Een snelle oplossing van het gebrek aan atelierruimte zien wij in het; ter beschikking stellen.".Vervolgens verzoek ik hem te lezen de derde alinea op pagina 7, die begint met: "Er is onvoldoende inzicht in de wensen en behoeften die bestaan met betrekking tot de wijkac- commodaties.de volgende alinea over het gebruik van de accom modaties en tenslotte de laatste: "In de cultuurnota is gesteld.".Wan neer hij verder spreekt over het laatste dat onder de opdracht is vermeld over het relateren van de eisen aan de uitkomsten van de inventarisatie - dat noem ik dan punt 4 - stel ik hem voor nauwkeurig de derde, vier de en vijfde alinea op pagina 6 te lezen, die beginnen met "De basis van de uitgangspunten."Niet herzien van deze programma's be tekent. en "De gedachte situering van een nieuw gebouw voor de stedelijke muziekschool.Wanneer men dit goed leest geloof ik dat men de werkgroep op dit gebied geen verwijt kan maken. Ik krijg echter wel eens de indruk dat men van mening is dat wij ten aanzien van de cultuur al die tijd hebben stilgezeten. De raad mag dit mijns inziens zelfs niet suggereren, want er is op dit gebied heel veel ge beurd. Breda was de eerste gemeente in Nederland die via een cultuur nota overging tot de instelling van een cultuurdienst. Het is jammer dat die cultuurdienst door oorzaken die buiten onze macht liggen nog niet in werking is, maar wij hopen dat dit spoedig het geval zal zijn. Het doet mij genoegen dat de heer Van der Werff het onder werp De Beeldenaar heeft aangesneden. Toen ik sprak over de activi teiten van het bestuur heb ik daar uiteraard ook mee bedoeld dat dooi de kunstenaars onnoemelijk veel werk is gedaan in hun vrije tijd om de Beeldenaar op gang te brengen. Zij vormen immers een verlengstuk van het bestuur en bovendien zitten zij gedeeltelijk ook in dat bestuur. Ik zal hier nu geen namen noemen, maar ik kan wel zeggen dat de man die gedurende al die jaren het zogenaamde directoraat heeft vervuld, dit heeft gedaan vrijwel buiten bezwaar voor de schatkist van rijk en gemeente. Gelukkig is daarin nu voorzien doordat een van de leraren, de heer Van Buitenen, de directiefunctie heeft gekregen en als zoda nig ook adequaat gehonoreerd kan worden. Natuurlijk staat hetzelfde ook op het plan nu de mogelijkheid is geschapen voor het verkrijgen van een rijkssubsidie, bovendien is dat een eis van de regering. Ik ben verheugd dat er zoveel aandacht is geschonken aan het accommodatierapport en uw mededeling, want daardoor krijg ik de indruk dat de werkgroep niet voor niets heeft gewerkt en dat deze iets op tafel heeft gelegd waarvoor de raad werkelijk belangstelling heeft. Ik meen dat een woord van dank aan de zeven leden van deze werkgroep hier op zijn plaats is. Ik heb hun namen genoemd in de af deling, een van hen zit naast mij en de anderen waren de heren Walen kamp, Bolwerk, Niemeijer, Huijsmans, Somers en Hagens. Ik heb het voorrecht gehad mij in vele vergaderingen met hen over al deze zaken te buigen en ik dank hen voor het vele werk dat zij hebben ver richt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 959