28 NOVEMBER 1969. 969 iemand in aanmerking komt voor bijstand en hoeveel. Op bladzijde 18-23 van het dikke boek is daarvan een voorbeeld gegeven, maar mis schien is het wenselijk deze zaak met een eenvoudiger voorbeeld nog enigszins te adstrueren. Stel dat iemand in een huis woont met een huur van 120, - -, dan is de calculatie voor het berekenen van de bijstand als volgt: per maand gerekend zijn de gebruikelijke normkos ten volgens de algemene bijstandswet bijvoorbeeld 300, --. Daarbij wordt de huur geteld van 120, -- en een bedrag voor de ziekenfonds premie van, zeg, 75, In totaal is dit 495, --. Wanneer het in komen nu 625, -- bedraagt zit hij f 130, -- boven de norm en krijgt hij geen uitkering van de algemene bijstandswet. Stel nu dat de man moet verhuizen op medische gronden en dat wij hem zouden kunnen helpen met een huis van 200, --. Dan is de berekening: basisnorm algemene bijstandswet 300, --, waarbij wordt geteld de huur van 200, -- en 75, -- ziekenfondspremie, in totaal 575, --. Wanneer et inkomen zoals in het eerste geval 625, -- bedraagt, zit hij 50, boven de norm en krijgt hij dus geen bijstand, ondanks het feit dat hij een huis heeft gehuurd met een 80, -- hogere huur. Zou zijn inkomen 550, -- bedragen - en dat is de kern van de zaak -, dan zat hij 25, -- onder de norm en kreeg hij wel een bijstandsuitkering. Een ander punt dat is aangesneden door mevrouw De Bonte en de heer Barij is of wij voorrang zouden kunnen geven aan de medische gevallen en de vonnisgevallen maar op ons aflaten komen en zien wat eruit rolt. Ik zou graag beide gevallen willen helpen. Een medisch ge val is ernstig en triest, maar het is nog gehuisvest, zij het niet ideaal. Bij een vonnisgeval bestaat echter de mogelijkheid dat de mensen op straat komen te staan en helemaal geen dak meer boven het hoofd hebben. Ik geloof dat dit toch wel ae uiterste urgentie is. Dat neemt niet weg dat wij de suggestie kunnen overnemen om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de medische gevallen te helpen met de voor handen zijnde woningen. Mevrouw De Bonte heeft ook gesproken over de incidentele aanvragen om bijstand voor het aanschaffen van duurzame gebruiks goederen. Ik meen dat zij heeft gezegd dat op het ogenblik een rege ling geldt van half gift, half lening. Het is mij bekend dat thans wordt bestudeerd of in de naaste toekomst de regeling in die zin kan worden veranderd dat het gehele bedrag voor bijvoorbeeld het aanschaffen van een kachel zal worden geleend, dus niet gegeven, ook niet voor de helft, met dien verstande dat verhaal of verrekening zal geschieden naar draagkracht. Voor mensen die bijstand krijgen is die draagkracht regeling nihil en dat betekent dat, wanneer de zaak na vijf jaar weer wordt bekeken, de schuld zou kunnen worden kwijtgescholden. De heer Woestenberg zegt met weemoed te denken aan de mensen die ziek zijn, omdat alles duurder wordt en hun uitkeringen gelijk blij ven. Dit is inderdaad juist, maar wanneer iemand in de ziektewet is en zijn inkomen zou dalen beneden de bijstandsnorm, komt hij toch weer in aanmerking voor een aanvullende uitkering krachtens de bijstands wet. De heer Van Duijl vraagt zich af of de voorlichting wel vol doende is en of er niet een ambtenaar geheel of gedeeltelijk kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 969