28 NOVEMBER 1969. 977 trokken alleen voor de voortgangs- en afdoeningscontrole van de inge komen en verzonden correspondentie van de gemeentesecretarie. Ik vind dit een aanzienlijk bedrag. Tot nu toe heb ik veel meer het ge voel gehad dat hier sprake was van een zeker menselijk falen. Als de computer dit gaat signaleren en er wordt tevens in gunstige zin gewerkt aan een menselijk tekort, zou er sprake zijn van verbetering van com municatie. Ik heb dan ook geen enkel bezwaar tegen het voteren van dit bedrag. De heer KRAMER: Ik meen dat wij bij dit hoofdstuk ook enige algemene opmerkingen mogen maken over het personeel. Ik wil dit dan ook gaarne doen. Allereerst dank ik het college voor het nog tij dens deze zittingsperiode uitbrengen van de personeelsnota; ik heb er drie jaar lang om gevraagd en ik ben blij dat die er nu is. Uiteraard zullen wij die nota nu niet behandelen, die vormt nog een onderdeel van het georganiseerd overleg, maar ik wil er op dit moment toch mijn waardering voor uitspreken. Sprekend over het georganiseerd overleg wil ik opmerken dat de sfeer in dit overleg, waarvan ik nu sinds 22 maart 1963 deel uitmaak, zeer goed is. Als voorbeeld noem ik slechts dat ook bij de laatste ver gaderingen er bij de rondvraag geen vragen meer waren en dat er ook geen problemen meer op tafel kwamen, terwijl er toch ruimschoots tijd voor is. Ik geloof dat wij mogen stellen dat de wethouder van personeelszaken als voorzitter van het georganiseerd overleg een grote bijdrage heeft geleverd aan het bereiken van die sfeer en aan het op zo n goede manier voeren van dat overleg. Ik voel mij verplicht dit te zeg gen, omdat ik met drie andere raadsleden de gemeenteraad in het geor ganiseerd overleg vertegenwoordig. Hoewel het niet gebruikelijk is wil ik toch even terugkomen op een van de punten van het laatste georganiseerd overleg, namelijk het punt dat betreft de notulen van de vergaderingen van de medezeggen schapscommissies, omdat ik het helemaal niet eens ben met wat daar is gebeurd. Ik zou zeggen: let op de naam medezeggenschapscommissies. Het kunnen ook kerncommissies zijn. Het is de bedoeling dat die notu len in brede kring worden verspreid en ik juich dat toe, of het nu de dienst is of het bedrijf. De plaatselijke organisaties krijgen ze ook, alleen het arme raadslid krijgt deze notulen niet. Ik vind het echt jammer dat het zo moet gaan en een geheid schoolvoorbeeld van een communicatiestoornis. Sprekend over het personeel wil ik nog vragen of alle diensten en bedrijven een ideeënbus hebben en zo ja, of het werken daarvoor ook gestimuleerd wordt. Dit stimuleren is mijns inziens nodig, omdat dit een vorm van meedenken is die inderdaad geld kan opleveren. Vervolgens nog een opmerking naar aanleiding van vraag 65, al is die vraag niet van ons, over het personeelsverloop. In 1968 zijn er nog altijd 92 gevallen voorgekomen. Ik ben van mening dat het beleid ge richt moet zijn op het behouden van dikwijls zeer waardevolle ambte naren. Het is immers bekend dat vacatures veel geld kosten. Niet al leen de sollicitatiegesprekken, maar het werk blijft liggen en er is een lange inwerkperiode

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 977