992
2 DECEMBER 1969.
te combineren zou zijn - waarvan ik voorshands zeg dat het heel goed
mogelijk is - zou het gevolg daarvan zijn dat deze zaken niet alleen
behandeld zouden moeten worden in de afdeling voor Openbare Wer
ken, maar daarenboven ook nog eens in de afdeling voor verkeersza
ken en openbaar vervoer. Zonder nu iets tekort te willen doen aan de
inspraak van de raad bij de totstandkoming van de besluiten, moet ik.
toch eerlijk zeggen dat ik het nut van een dergelijke verdere afsplit
sing niet vermag in te zien.
Een derde punt waarbij het verkeer aan de orde komt is het
totstandkomen van nieuwe uitbreidingsplannen. Het meest wezenlijke
aspect daarvan wordt gevormd door de ontsluitingsmogelijkheden. Ik
wil de overige functies van een bestemmingsplan niet minimaliseren,
maar het hoofdgegeven van een bestemmingsplan is mijns inziens toch
wel hoe dit qua ontsluitingsmogelijkheden aansluit op bestaande uit
breidingsplannen, het rijkswegennet, eventueel het provinciaal wegen
net als daarvoor redenen zijn, enz. Dit behoort wel degelijk mede een
onderwerp van discussie te zijn in de afdeling voor ruimtelijke ordening,
waar dat bestemmingsplan wordt vastgelegd. Ook dan kan men weer
zeggen dat men dit uit de functie van de afdeling voor ruimtelijke or
dening licht en het specialiseert, waarna men in de afdeling voor ruim
telijke ordening alle aspecten van het bestemmingsplan gaat beoorde
len, behalve de ontsluiting. Ook van deze werkmethode vermag ik
niet in te zien dat die nuttiger is dan de thans gebruikelijke methode.
Wanneer de heer Van Werkhooven nu zegt dat in de afdeling
voor ruimtelijke ordening geen voorlichting kan worden gegeven door
de verkeersingenieur of door de verkeerspolitie, dan is dat mijns in
ziens - wanneer dit in de praktijk inderdaad het geval blijkt te zijn -
een aanduiding dat wij bij de behandeling van bestemmingsplannen
in de afdeling voor ruimtelijke ordening ook die instanties kans moeten
geven de raad voor te lichten en dat wij de raad de mogelijkheid moe
ten bieden in de afdeling vragen te stellen aan die deskundigen. Ik
geloof dan ook dat ik, met alle begrip en waardering voor het stand
punt van de heer Van Werkhooven - en ik ben ervan overtuigd dat
deze geen andere bedoeling heeft dan te zoeken naar een betere vorm
van voorlichting aan de raad, zoals hij ook heeft gezegd - op dit punt
ook nu met hem van mening blijf verschillen dat die vorm zou kunnen
worden gevonden in een aparte afdeling voor verkeerszaken en open
baar vervoer.
Ik meen hiermee in het kort een analyse te hebben gegeven van
wat wij onder verkeer moeten verstaan, waarna ik nog even wil spre
ken over het openbaar vervoer.
Breda heeft geen eigen vervoersbedrijf, maar heeft een conces
sie verleend aan de B. B.A., welke concessie door de B. B. A. volledig
wordt uitgevoerd. Wij hebben daarin inspraak, voor zover wij bereid
zijn als gemeente eventuele uit onze eisen voortvloeiende onrendabele
lasten voor de B. B. A. voor onze rekening te nemen. Over het open
baar vervoer is een rapport samengesteld, dat ook in deze raad is be
handeld. In dit rapport werd een prognose gegeven van de toenemende
lasten die zouden kunnen voortvloeien uit het feit dat wij in de toekomst