2 DECEMBER 1969. 995 leuk hebben samengewerkt, maar het initiatief is van de fracties uit gegaan en niet van het college. Verder heb ik gevraagd of het college wil onderzoeken in wel ke andere steden er nog meer raadsafdelingen voor verkeerszaken zijn en hoe die functioneren. Ik heb zelf ook inlichtingen ingewonnen en mijn informaties luiden dat vrijwel alle grote steden geen verkeers- commissie meer hebben, maar een raadsafdeling voor verkeerszaken. Wij behoeven er niet verder op in te gaan, want dat wordt voor de raad erg vervelend. U vraagt geen namen, evenmin als ik, maar het is toch wel een feit dat ik. mij afvraag of, als alle grote steden heb ben omgeschakeld, het niet beter zou zijn als Breda dit voorbeeld zou volgen. Hetgeen de wethouder heeft gezegd over de adviseurs is inder daad juist, maar ik heb in eerste instantie reeds duidelijk gezegd dat ik het zeer praktisch zou vinden om deze mensen te vragen ook in de raadsafdeling als adviseur op te treden. Evenals hij dat in de verkeers- commissie doet, zou bijvoorbeeld de directeur van de B. B. A. ook in de raadsafdeling kunnen adviseren wanneer daar zaken aan de orde zijn die het openbaar vervoer betreffen. Ik geloof niet dat daartegen bestuurlijke bezwaren zijn. Verder heeft de wethouder gesproken over openbare werken. Inderdaad krijgt de afdeling voor openbare werken de bouwkundige kwesties onder ogen, dat heb ik in eerste instantie ook al gezegd, maar hij weet ook dat de vergaderingen van de afdeling voor openbare werken altijd bijzonder druk zijn. Het is de drukst bezette afdeling van allemaal en ik meen, hoewel ik het niet kan bewijzen, dat de verkeersaspecten nogal eens het stiefkind zijn. Begrijpt u mij goed, dit is geen aanval, maar mijn persoonlijke mening. Er is echter een punt waartegen ik principieel bezwaar heb. Ik heb de wethouder als voorzitter van de verkeerscommissie al een pluim op de hoed gestoken en gezegd dat hij gezellig meewerkt door ook zaken in de verkeerscommissie te brengen die er volgens de op zet in feite niet in thuishoren. Het is echter altijd een goedheid van de voorzitter. Met deze voorzitter gaat het wel goed, maar volgend jaar gaat hij weg en komt er een ander. Hoe zal het dan gaan? Daar gaat net mij nu juist om, ik wil dat de raad niet afhankelijk is van een voorzitter, maar dat de raad het recht heeft zelf te beslissen wat er behandeld wordt. Dat is het principiële verschil en ik heb dit jaar meermalen gedacht dat het niet leuk is dat de raad daar buiten staat. De wethouder heeft gesproken over de nieuwe wijken, maar ik moet zeggen dat ik daar op verkeersgebied echt niet enthousiast over kan zijn. Ik geef toe dat achteraf praten erg gemakkelijk is, maar ik geloof toch dat hoe meer inspraak wij daarbij op verkeersgebied hebben, hoe beter het is. De wegen in de nieuwe wijken hebben nog altijd in het midden één baan voor auto's met daarlangs twee ventwe- gen. Dat systeem is allang verlaten, tegenwoordig heeft men twee gescheiden banen voor het snelverkeer met daarnaast twee ventwegen. Ik bedoel maar, als de deskundigen daarover ook kunnen meespreken zou men misschien tot andere ideeën komen. Over de Parkstraat zal ik het verder niet hebben. Onze stand punten zijn inderdaad gelijk, verkeerstechnisch is het juist, maar ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 995