2 DECEMBER. 1969. 997 niet op, dat zal de tijd moeten leren, maar begeleiding zal zeer hard nodig zijn. Dan heb ik nog een ander verlangen en wanneer wij een raads- afdeling hadden zou ik daarin zelf met de commissaris kunnen praten. Ik neem aan dat dit in de verkeerscommissie niet kan, want dat zou betekenen dat ik kritiek zou hebben op zijn beleid en dat is allerminst mijn bedoeling. Ik zou namelijk graag zien dat er meer toezicht komt op de bromfietsen. Op de maximumsnelheid kunnen wij geen toezicht houden, want de techniek heeft de wet volkomen achterhaald. Een bromfiets die in de stad 30 km moet rijden is een onmogelijkheid en ik zie dan ook niet hoe men daartegen zou moeten optreden. Waar echter wel tegen kan worden opgetreden en wat in andere steden ook febeurt - kortgeleden heeft men bijvoorbeeld een artikel in De Stem unnen lezen hoe in Roosendaal op de technische uitvoering wordt ge let - is het lawaai. Ik durf rustig te stellen dat meer dan de helft van de bromfietsen die hier rondrijden onnodig veel lawaai maken, omdat de eigenaars stukken van de uitlaatdempers en zo hebben verwijderd. In het afgelopen jaar zijn er 498 processen-verbaal opgemaakt wegens technische onvolkomenheden. In dat aantal zijn ook de auto s begre pen, dus veel bromfietsen zullen er niet bij geweest zijn. Ik geloof dat heel wat burgers blij zullen zijn als daarop meer controle wordt uitgeoefend, waardoor het lawaai van die dingen zoveel mogelijk wordt beperkt. Resumerende wil ik vaststellen dat de thans bestaande, door burgemeester en wethouders benoemde verkeerscommissie een uitslui tend technische commissie is. Behalve technische zitten er aan het verkeer echter vele andere facetten, die mijns inziens bij de besluit vorming niet die aandacht krijgen die zij verdienen. Het verkeer is een der grootste verantwoordelijkheden van het hedendaagse bestuur. Recht streekse inspraak van de raad moet daarom geen verlangen zijn, maar een nadrukkelijke eis. De bescherming van de burger dient in alle op zichten zoveel mogelijk gewaarborgd te zijn. Commerciële belangen en problemen van welstand, stedebouwkunde, beplantingen en volks gezondheid - ambulancedienst en E. H. B. O. -, alsmede verkeersonder- wijs en begeleiding door de politie tonen zonder meer de noodzaak van de door mij voorgestelde raadsafdeling aan, die zich dan tevens met het openbaar vervoer - B. B. A. en taxi's - kan bezighouden. Wanneer het het college ernst is met de donderdag jl. toege zegde meerdere openheid, hoop en verwacht ik dat het college mijn voorstel tot het instellen van een raadsafdeling voor verkeer en open baar vervoer zal overnemen. Mocht deze hoop niet in vervulling gaan, dan zal onze fractie een hiertoe strekkend voorstel indienen. De VOORZITTER: Dank u wel, mijnheer Van Werkhooven. Ik wil graag een kleine informatie. Hielden uw laatste woorden een voor stel in, of wacht u eerst het antwoord van het college af? De heer VAN WERKHOOVEN: Ik wacht eerst het antwoord van het college af en zal daarna het voorstel indienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 997