112 12 FEBRUARI 1970 De VOORZITTER.: Ik constateer dat de eerste motie, ondertekend dooi de heer Melzer en drie mede-raadsleden, gehandhaafd blijft met uitzondering van de zin "verwacht. De heer VAN DER WERFF Mag ik u voorstellen de motie voor te lezen zonder de gewraakte zin? De VOORZITTER: Dat was ik al van plan, mijnheer van der Werff. De tekst van de motie wordt dus: "De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op 12 februari 1970, gehoord de beraadslagingen rond de mededeling onder agendapunt 3a, betreurt de gang van zaken met betrekking tot de afgelaste voorstel ling op 1 februari, staat een open schouwburgbeleid zonder ingrijpen of beperkingen van de gemeentelijke overheid voor, verzoekt de beoordeling van eventuele strafbare feiten aan de be voegde juridische instanties over te laten en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie is voldoende ondertekend en thans aan de orde. Daar over zijn stemverklaringen afgelegd en de motie wordt gehandhaafd. De gewijzigde motie van de heer van der Werff c.s. wordt hierna in stemming gebracht en met 25 tegen 10 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heren Kramer, Biemans, van Gastel, Smit, Vermeulen, mevrouw van Mierlo-Mutsaers, de heren Bayens, van der Zwan, Broeders, van Caulil, G. Gielen, Goos, van Bijnen, de Gijsel, Wierckx, R. Gielen, Quadekker, van Banning, mevrouw Stockmann-van der Kallen, de heren Brooimans, Jacobs, van Duijl, Kroon, van Loon en de Raaff. VOOR hebben gestemd: de heren van Werkhooven, von Schmid, Woestenberg, van der Werff, van Dun, Spanjer, mevrouw de Bonte-de Munnik, de heer Barij, mevrouw Jager-Middelbeek en de heer Melzer. De heer KROON: Ik heb zojuist gezegd dat ik mijn motie handhaaf, maar in overleg met mijn fractiegenoot ben ik bereid mijn motie in te trekken wanneer er gestemd wordt over de mededeling van het college zoals die voor ons ligt. De VOORZITTER: Ik neem aan dat u dit doet in overleg met uw mede-ondertekenaars. De motie van de heer Kroon is ingetrokken en maakt dus geen onderwerp van beraadslaging meer uit. Wel is nog aan de orde de motie van de heer van der Zwan. Ik heb begrepen dat hij onder bepaalde voorwaarden bereid is zijn motie in te trekken. Wil hij dat bevestigen of wil hij daarover iets anders zeggen? De heer VAN DER ZWAN: Nee, mijnheer de voorzitter. Ik meen zojuist duidelijk te hebben gesteld dat ik bereid ben mijn motie in te trekken wanneer de mededeling van het college in stemming wordt gebracht. Ik neem aan dat de andere ondertekenaars van de motie er ook zo over denken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 112