113 12 FEBRUARI 1970 De VOORZITTER: Dit blijkt inderdaad het geval te zijn en dus kunnen wij thans overgaan tot stemming over de opvatting van het col lege van burgemeester en wethouders, zoals die is neergelegd in de mede deling. Ter verduidelijking wil ik dus vaststellen dat men voor stemt wanneer men het met deze opvatting eens is en tegen wanneer men het daarmee niet eens is. De opvatting van het college van burgemeester en wethouders wordt hierna in stemming gebracht en met 25 tegen 10 stemmen goed gekeurd. VOOR hebben gestemd: de heren Kroon, van Loon, de Raaff, Kramer, Biemans, van Gastel, Smit, Vermeulen, mevrouw van Mierlo- Mutsaers, de heren Bayens, van der Zwan, Broeders, van Caulil, G.Gielen, Goos, van Bijnen, de Gijsel, Wierckx, R. Gielen, Quadekker, van Banning, mevrouw Stockmann-van der Kallen, de heren Brooimans, Jacobs en van Duijl. TEGEN hebben gestemd: mevrouw de Bonte-de Munnik, de heer Barij, mevrouw Jager-Middelbeek, de heren Melzer, van Werkhooven, von Schmid, Woestenberg, van der Werff, van Dun en Spanjer. De mededeling van burgemeester en wethouders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER: Ik deel u mee dat de vergadering op donderdag 19 februari a. s. te 19 uur zal worden voortgezet voor de behandeling van de rest van de agenda. U zult daarvoor nog een uitnodiging ont vangen. De VOORZITTER sluit hierna te 23.40 uur de vergadering. De secretaris, De vpörzitte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 113