117 19 FFBRUART 1970. ieder geval dit particulier initiatief moet handhaven en dat dit niet de taak is van de gemeente. Wat de financiële kant betreft komt het mij voor dat de in druk die wordt gewekt als zou de overheid - in dit geval de dienst voor jeugd- en sportzaken - een aanzienlijk efficiënter beleid kunnen voeren, op wishfull thinking te berusten. Wat ik mij in dit verband heb afgevraagd is hoe het komt dat bijvoorbeeld de Bredase Lawnten- nis Vereniging en andere clubs zonder subsidie een weliswaar moeilijk, maar toch rendabel beleid kunnen voeren, waarbij een gezellig club- leven niet ontbreekt. Hierbij moet worden opgemerkt dat ook daar de banen niet altijd bezet zijn, omdat dit vrijwel onmogelijk is. Bij een volledige overname van het tennispark "De Mark" door de dienst draait men mijns inziens de klok terug. Immers, de burger wil geluk kig meedenken, meebeslissen en initiatieven ontplooien. Wanneer dit voorstel wordt aangenomen is het met dit meedoen afgelopen, dat is een duidelijke zaak. Mede daarom kan onze fractie zich niet met dit voorstel verenigen. Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: De dienst voor jeugd- en sportzaken zal de taak van de Stichting tennispark "De Mark" overnemen. Ik meen dat het de bedoeling van de gemeente was het parti culier initiatief te steunen. Nu blijkt uit het stuk dat de Stichting ak koord gaat met het voorstel van de gemeente, maar ik vraag mij toch af of wij niet meer het particulier initiatief een kans moeten geven waar dit mogelijk is. De heer KRAMER: Onze fractie heeft geen moeite met dit voor stel. Het bestuur van de Stichting tennispark "De Mark" heeft in het ver leden verdienstelijk werk verricht. Nu de werkzaamheden sterk toene men - ik denk o. a. aan de tennishal - is het verstandig van het bestuur dat het akkoord is gegaan met de overdracht van de exploitatie aan de gemeentelijke dienst voor jeugd- en sportzaken. Wij begrijpen dat zoiets met pijn in het hart geschiedt, maar het is geen schande wanneer de werkzaamheden, die in vrije tijd ver richt moeten worden, de particuliere stichting boven het hoofd groei en. Hulde aan dit bestuur, dat een gezonde ontwikkeling, met name op het gebied van de vele tennisactiviteiten, niet in de weg wil staan.' Wat de bestaande sfeer betreft, waarover zojuist is gesproken, hoop ik op continuering, hoewel ik hierbij moet aantekenen dat sfeer, hoe belangrijk ook, altijd betrekkelijk is. Een andere sfeer, geboren uit de gewijzigde omstandigheden, behoeft niet bij voorbaat slechter te zijn. Wat de overblijvende coördinerende \yerkzaamheden betreft vertrouwen wij op een goede samenwerking tussen het stichtingsbe stuur en de gemeentelijke dienst, opdat in het bijzonder de recreatie ve tennissport een groter rendement zal kunnen ontwikkelen. De heer VAN GASTEL: Ook ik heb grote moeite met dit voorstel. Het is in de afdeling uitvoerig besproken en ook daar heb ik mijn stem voorbehouden. Ik zie welindaterietsmoetgebeuren, maar ik heb niet, ook niet in de afdeling, de overtuigrng gekregen dat niet door het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 117