125 19 FEBRUARI 1970. 15. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE HET VERVREEM DEN VAN ONROEREND GOED. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 16. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE MING VAN EEN LID VAN HET COLLEGE VOOR DE VERLENING VAN BIJSTAND, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 72 VAN DE ALGE MENE BIJSTANDSWET. De heer BA YENS: Namens onze fractie wil ik hiervoor kandi daat stellen de heer G. H.J. Gielen. De heer WOESTENBERG: Waarom zou er niet ook eens uit eer. andere fractie dan altijd de K.V.P. een kandidaat naar voren worden gebracht? De VOORZITTER: Ik zit geduldig te wachten, mijnheer Woes te nberg. De heer WOESTENBERG: Dan stel ik mijzelf kandidaat. De VOORZITTER: Ik concludeer dat er twee kandidaten zijn, de heren G.H. J. Gielen en J. Woestenberg. Zoals u zult hebben ge zien loopt de termijn waarvoor deze benoeming geldt tot de eerste dinsdag in september 1970. Ik verzoek de heren Kroon, Van Banning en Van der Werff zitting te nemen in het stembureau. Bij de schriftelijke stemming worden 29 stembriefjes ingele verd, waarvan 23 stemmen worden uitgebracht op de heer Gielen, 1 stem op de heer Woestenberg en 5 stemmen in blanco, zodat de heer G.H.J. Gielen is benoemd. De VOORZITTER: Ik dank het stembureau voor zijn diensten en verklaar het hierbij voor ontbonden. 17. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET IN STELLEN VAN EEN COMMISSIE EX ARTIKEL 61-64F VAN DE GE MEENTEWET VOOR DE SOCIALE WERKVOORZIENING IN BREDA. Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Het feit dat ik na de be sprekingen in de afdeling voor maatschappelijk werk en sociale zaken toch meende voorlopig niet mijn goedkeuring te kunnen hechten aan het voor ons liggende voorstel vindt zijn oorzaak in de brief van 23 januari aan het college, waarin de sociale werkvoorzieningscommis sie op uw verzoek haar mening kenbaar heeft gemaakt over de nieuwe A

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 125