19 FEBRUARI 1970.
128
toegevoegd een directeur en een secretaris, aan wie respectievelijk de
bedrijfsvoering en de wetstoepassing worden toevertrouwd. Het is uiter
aard ook ons opgevallen dat het college het secretariaat niet wil toe
vertrouwen aan de sociale dienst. Naar mijn mening is dat een goed
beleid, want nu krijgen wij een secretaris die geheel voor het werk
beschikbaar zal zijn. Wanneer de directeur van de gemeentelijke so
ciale dienst deze taak zou moeten vervullen, zou dit voor hem een
deeltaak betekenen en zou de mogelijkheid kunnen bestaan dat de ta
ken van de secretaris in het gedrang komen. Uiteraard stellen wij een
goede en nauwe samenwerking met de sociale dienst op prijs. Wij vin
den die samenwerking zelfs noodzakelijk. Het komt mij echter voor dat
die goede samenwerking voldoende gewaarborgd is door het feit dat de
directeur van de sociale dienst als adviseur aan de bestuurscommissie
wordt toegevoegd. Wij wensen de bestuurscommissie gaarne alle suc
ces toe bij de uitoefening van haar verantwoordelijke taak die zij op
zich zal nemen.
Mevrouw ja GE R-MID DELBEEK: Onze fractie heeft zich langdurig
met dit voorstel beziggehouden en wij zijn van mening dat in dit stuk
vele goede zaken naar voren zijn gebracht. Het feit dat er een commis
sie zal worden benoemd die de bedrijfseconomische kant van de sociale
werkvoorziening kritisch en naar wij hopen efficiënt zal bestuderen en
uitvoeren, lijkt ons zeer belangrijk.
Hierbij wil ik opmerken dat een samenwerking in regionaal
verband bepaald aanbeveling verdient, temeer daar de wet dit moge
lijk maakt, zodat kan worden gestreefd naar eenheid van handelen,
hetgeen alleen maar economisch goed kan werken en waardoor men
gezamenlijk kan profiteren van de deskundigheid van de commissie
leden. Het behoeft nauwelijks betoog dat deze leden met de grootste
zorg dienen te worden uitgezocht en dat de commissie zo breed mogelijk
moet worden samengesteld.
Tot nu toe heeft de sociale dienst de wetstechnische sociale
kant in handen. Men beschikt daarvoor over de juiste mensen met een
vaak langdurige ervaring. Wij zouden het niet juist vinden wanneer
men van de deskundigheid van deze mensen geen gebruik zou maken,
omdat dit niet heilzaam zou zijn voor die mensen die niet in staat zijn
tot een volledige arbeidsinzet. Het komt ons voor dat een commissie
die ook deze sociale taak overneemt misschien teveel hooi op haar
vork zou kunnen nemen, althans in de beginfase. Ik sluit niet uit dat
dit later na een periode van inwerken en bekijken hoe de zaak loopt
anders zal zijn. Wij zijn van mening dat een samengaan van een com
missie die de bedrijfseconomische gang van zaken behartigt met de
sociale dienst, die voor de wetstechnische sociale kant van het geheel
zorgt, heel goed mogelijk is en dat daaruit een efficiënte en adequate
begeleiding van mindervaliden en anderen kan volgen die alleen maar
gunstig kan zijn voor de vele gehandicapten die deze hulp bijzonder
hard nodig hebben.
De heer KRAMER: Hoewel het voorstel slechts ruim een bladzijde
beslaat en men aanvankelijk mocht aannemen met een niet te moeilijke