19 FEBRUARI 1970.
134
van de Brandelaar I, de Brandelaar II en de Grazendonk, dan noem ik
dat het scheppen van een mammoetorganisatie en ik ben niet weg van
mammoetorganisaties, omdat die aan kleine organisaties het leven
kosten. Ik denk alleen maar aan de mensen die het hier voorlopig
voor het zeggen zullen krijgen. Ik heb hier herhaaldelijk het woord
inspraak horen noemen, dat woord van de laatste tijd om stemmetjes
te winnen of om de broeders binnen bereik te houden, maar ik vind
het een enorme fopspeen, zoals men ook in de Kamer kan zien.
In deze commissie zal het maximumaantal raadsleden moe
ten worden aangesteld, wil ik aan dit voorstel mijn goedkeuring kun
nen hechten. Aan mammoetorganisaties kleven vaak vele mankemen
ten, stille gebreken en veel verborgen en in stilte gedragen ellende
van mensen die niet meer durven spreken omdat slechts enkelen het
voor het zeggen hebben. Daarom ben ik er ook tegenstander van dat
in deze commissie zo weinig mogelijk mensen zullen zitten, terwijl
toch een groter aantal mogelijk zou zijn. Ik. heb ook tijdens de com
missievergadering hierop gewezen, maar daar werd toen niet veel
aandacht aan besteed; men kan gemakkelijk voorbijgaan aan een en
kel lid van een eenmansfractie.
Veel belangrijker vind ik echter welke leden van de burgerij
in deze commissie ex artikel 61 van de mooie gemeentewet zitting
zullen krijgen, Zal dit een aantal vooraf geselecteerde personen zijn
die het voor het zeggen krijgen, of mensen uit elk leefmilieu, in het
bijzonder mensen die in de sociale werkvoorziening terecht komen?
Wij weten allemaal dat mensen van 45, 50 jaar die. in een bepaald
beroep werkloos worden niet gemakkelijk, meer aan bod komen. Juist
uit deze groep zou ik een vertegenwoordiging in de commissie willen
zien en niet een aantal zorgvuldig gekozen mensen. Ik ben er dan
ook pertinent tegen deze commissie thans tot stand te brengen, te
meer daar de verkiezingen in zicht zijn. Daar wordt om gelachen,
maar ik vind dat er helemaal niets te lachen valt. Na de verkiezingen
zullen andere groeperingen hun intrede doen in de gemeenteraad, dat
hoop ik althans, en misschien krijgen wij dan een betere getalsverhou
ding. Misschien kan dan ook uit die verschillende groeperingen het
maximumaantal raadsleden naar voren komen en ik hoop dat dié
raadsleden straks zullen zeggen dat uit zoveel mogelijk leefmilieus,
maar in het bijzonder uit het milieu van de mensen die in deze mam
moetorganisatie zullen moeten werken, leden in de commissie moe
ten worden gekozen. In principe blijf ik voorstander van aparte organi
saties, zoals de Brandelaar I, Brandelaar II en de Grazendonk, die
duidelijk de kenmerken vertonen van wat zij zijn. Ik begrijp name
lijk niet waarom men nu ineens zo'n haast heeft. Die organisatie had
er al moeten zijn, zegt men, maar nu heeft men ineens haast. Voor
mij is dat een bedenkelijke zaak, temeer omdat voor de zoveelste
keer de informatie niet bijzonder was. Er zijn altijd mensen die de
papieren pas op het allerlaatste moment of helemaal niet krijgen en
dat is mijns inziens niet bevorderlijk voor de besluitvorming, anders
kunnen wij beter wegblijven en dan maakt u het alleen uit. Wanneer er
straks 38 raadsleden zijn zult u die ook alle 38 moeten aanhoren, mijn
heer de voorzitter, en u zult zich er naar moeten richten, om daarna