13
15 JANUARI 1970
VRAAG.
De heer KRAMER zegt: hoewel de raadsafdeling voor jeugd en sport
en recreatie nog niet beschikt over de officiële, bestudeerde gegevens
aangaande de uitkomsten van het onderzoek van de studiecommissie
Betaald Voetbal te Breda, menen de leden van deze afdeling toch dat
die uitkomsten en de manier waarop het onderzoek is verricht niet aan
de algemene verwachtingen hebben voldaan. Daarom is de afdeling
voor jeugd, sport en recreatie, namens welke ik spreek, van oordeel
dat dit niet het einde van de studie mag zijn. De afdeling voelt zich
geroepen om vanuit haar adviserende taak haar diensten aan te bieden
in de vorm van een bemiddelingspoging tussen de verschillende partijen
om het gesprek weer op gang te brengen, aangezien dit voor voetbal-
minnend Breda en omgeving van groot belang is. De raadsafdeling vraagt
het college van burgemeester en wethouders of het bereid is deze bemid
deling te aanvaarden en in principe voor te bereiden.
ANTWOORD.
Bij de behandeling van het preadvies inzake betaald voetbal in de ver
gadering van ons college, heeft Uw suggestie om de raadsafdeling voor
jeugd en sport te laten bemiddelen tussen de partijen, een onderwerp
van bespreking uitgemaakt.
Ons college heeft zich daarbij op het standpunt gesteld, dat deze be
middeling vooralsnog en onder de gegeven omstandigheden weinig zin
vol lijkt. Buitendien is ons college van oordeel, dat eerst de resultaten
afgewacht dienen te worden van het overleg tussen de wethouders voor
sport c.a. van de gemeenten waarin betaald voetbal beoefend wordt.
Dit overleg zal binnen enkele maanden plaatsvinden.
VRAAG.
De heer VAN DER WERFF vraagt: is het dagelijks bestuur van de ge
meente in verband met de drie verkiezingen die ons op korte termijn,
in ieder geval binnen twee jaar, te wachten staan en de daarmee samen
hangende kosten en werkzaamheden voornemens het machinaal stemmen
in overweging te nemen, c.q. over te gaan tot het aanschaffen van
stemmachines?
ANTWOORD.
Ons college is niet voornemens het machinaal stemmen op dit ogenblik
in overweging te nemen, c.q. over te gaan tot het aanschaffen van
stemmachines om de volgende redenen:
1. De kosten van het aanschaffen van één stemmachine per stembureau
zouden reeds 600. 000, -- bedragen (hierbij moet dan nog reke
ning gehouden worden met enige reservemachines).
2. De stemmachines worden slechts 3 keer in de 4 jaar gebruikt.