141
19 FEBRUARI 1970.
Er zijn echter verschillende vormen mogelijk voor een goede ontplooi
ing. Wij zijn voor een goede ontplooiing die daarnaast ook efficiënt
is. Daarom heb ik gezegd dat wij wel zijn voor koppeling van de ob
jecten, maar niet voor de volledige scheiding van de sociale dienst.
De wethouder heeft verder gezegd dat alleen deze gemeente
met deze structuur is begonnen, maar wanneer ik goed ben voorgelicht
hebben twee andere grote gemeenten in Brabant precies hetzelfde ge
daan en die hebben daarmee geen onverdeeld gunstige ervaringen opge
daan. Bovendien is het ook een feit dat verschillende omliggende ge
meenten onze sociale dienst om advies vragen en soms ook de sociale
werkvoorziening opdragen. Wij mogen dus vaststellen dat wat er gebeurd
is, ook goed is gebeurd.
Voor het overige heb ik in het betoog van de wethouder geen
nieuwe argumenten gehoord die mij voor dit voorstel zouden kunnen
doen stemmen. Ook ik heb een voorstel, dat iets anders luidt dan het
geen door de heer Wierckx naar voren is gebracht en dat ik nu zal voor
lezen:
Voorlopig de administratief-economische kant - ik zeg met
nadruk voorlopig - van de werkzaamheden aan de nieuw te vormen
commissie ex artikel 61-64 van de gemeentewet voor de sociale werk
voorziening te Breda over te laten, echter de vaktechnische - dus soci
ale - zijde voorlopig bij wijze van proef over te laten aan de gemeentelij
ke sociale dienst.
Dat is dus een ander voorstel. Om echter geen twee voorstellen
te hebben schaar ik mij achter het voorstel van de heer Wierckx, waar
mee ik mij ook geheel kan verenigen.
De VOORZITTER: Inmiddels heb ik dat voorstel nog niet ontvan
gen, maar ik geef graag het woord aan de heer Wierckx.
De heer WIERCKX: De wethouder heeft ook mij niet kunnen
overtuigen na alles wat hij heeft verteld. Ik blijf mijn ernstige bezorgd
heid uitspreken voor het sociale element, van de werkvoorzieningsre
geling. Ik wil dan ook graag mijn voorstel handhaven.
De VOORZITTER: Juist. Wilt u het mij dan even laten aanreiken,
mijnheer Wierckx?
Er is een voorstel ingekomen van de volgende inhoud:
Ondergetekenden stellen voor:
a. artikel 5 sub 1 van de concept-verordening zodanig te wij
zigen dat geen secretaris wordt benoemd;
b. artikel 5 sub 2 zodanig te wijzigen dat de werkzaamheden
van deze secretaris bij de gemeentelijke sociale dienst blijven berusten.
Het voorstel is ondertekend door de heer Wierckx, mevrouw
Van Mierlo-Mutsaers, mevrouw De Bonte- De Munnik en de heer Span-
jer. Het is voldoende ondersteund en maakt dus mede onderwerp van be
raadslaging uit.
De heer KRAMER: Ik heb het college gevraagd om een aanvaard
baar antwoord. Wij hebben meer dan dat gekregen. Het woord "tenminste