19 FEBRUARI 1970. 144 sociale aspect moeten samenvallen. Ik geloof echter dat het heel goed mogelijk is, zoals in het verleden vaak is gebeurd en nog ge beurt, dat deze factoren wel met elkaar in botsing komen. In deze voorstelling van zaken vind ik inderdaad ook het gevaar terug van een overheersing van het economische motief ten koste van het soci ale. In dit opzicht houdt het voorstel van de heer Wierckx in ieder geval een verbetering in, omdat daarin de nadruk wordt gelegd op de sociale factor. Ik wil dit voorstel dan ook graag steunen. Dat wil niet zeggen dat ik daarna geheel tevreden zal zijn met het totale ont werp, maar wanneer dit voorstel wordt overgenomen is dat een enorme verbetering en staat de zaak er heel anders voor. De heer VAN DUIJL: Ik wil graag een opmerking maken naar aanleiding van artikel 2 lid 1, waarin staat dat de bestuurscommissie moet bestaan uit ten minste vijf en ten hoogste negen personen. Wel licht enigszins in afwijking van hetgeen de heer Kramer heeft gesteld lijkt mij juist in verband met het sociale element - daarom ben ik blij met de toezegging van de wethouder dat hij ook denkt aan een vertegenwoordiging van met name de vakorganisaties - dat wij deze limiet van ten hoogste negen personen moeten schrappen, zodat al leen overblijft "tenminste vijf". Ik zou namelijk gewaarborgd willen zien dat reeds bij de start van deze bestuurscommissie het sociale ele ment voldoende aan zijn trekken komt. De heer Von Schmid heeft daarop ook al gewezen. Daarnaast is er natuurlijk de mogelijkheid dat er twee raadsleden in deze commissie zitting hebben en daarom wil ik de wethouder verzoeken de woorden "ten hoogste negen" te schrappen, opdat reeds bij de samenstelling en de start van deze com missie de verhoudingen daarin zodanig zijn dat het sociale element gelijkelijk tot zijn recht komt. De heer WOESTENBERG: Kan ik iets zeggen over het voorstel van de heer Wierckx? De VOORZITTER: Dat komt straks aan de orde, mijnheer Woestenberg. Wethouder DE RAAFF: Ik moet allereerst zeggen dat het woord "sociaal" hier in verschillende betekenissen door elkaar wordt gebruikt en dat is natuurlijk een zeer onzindelijke wijze van redeneren. Ik heb verschillende malen horen spreken over "sociale bewogenheid" en over het "sociale element", maar ook - en daar gaat het hier in feite om - over sociaal in de zin van een bepaald vakgebied. Wij moeten natuur lijk niet hetzelfde woord in meerdere betekenissen gebruiken. Het is zonder meer een feit dat de secretaris of het secretariaat over een be paalde hoeveelheid vakkennis moet beschikken. Hij moet de wetten kennen, hij moet weten wat er gedaan moet worden, hij moet alles bij kunnen houden en dat is een kwestie van vaktechniek en ik ben ervan overtuigd dat de secretaris die eventueel benoemd zal worden over die vakkennis moet beschikken. Iets heel anders is de sociale bewogenheid. Uit de opmerkingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 144