14
15 JANUARI 1970
3. Er moet een geschikte ruimte aanwezig zijn waar de machines zonder
mogelijke beschadiging en vochtvrij kunnen worden opgeborgen.
4. De aanwezigheid van één stemmachine per stembureau kan oorzaak
zijn, dat een ongestoorde voortgang van de stemming in gevaar
wordt gebracht.
5. Het gebruik van stemmachines zal tot gevolg hebben, dat de werk
zaamheden na sluiting van het stembureau enigszins verkort kunnen
worden (veel kostenbesparing zal dit niet met zich brengen), waar
door de uitslag van de verkiezing eerder bekend zal kunnen zijn.
Dit laatste geldt uiteraard alleen wanneer bij een gemeenteraads
verkiezing alle stembureaus voorzien zijn van stemmachines en bij
een verkiezing voor de Provinciale Staten en de 2e Kamer der
Staten-Generaal alle gemeenten respectievelijk in de provincie en
in geheel Nederland machinaal zouden stemmen.
VRAAG.
De heer VAN BANNING zegt: mijn vraag is gelijkluidend aan die
van de heer van Duijl alleen ga ik daarbij nog iets verder. Indien de
vraag van de heer van Duijl instemmend wordt beantwoord, wil ik
het college voorstellen tevens in beeld te brengen de stadsontwikkeling
zoals die voor zover nu bekend in voorbereiding is, dan wel is door
gevoerd, opdat men deze ontwikkeling met behulp van maquettes en
kaarten wat duidelijker voor ogen kan zien.
Tevens verbind ik hieraan het verzoek na de informele raadsvergade
ring voor de burgerij van Breda de mogelijkheid open te stellen kennis
te nemen van hetgeen recentelijk is geschied en in voorbereiding is.
Ik heb al van de wethouder en van verschillende collega-raadsleden
gehoord dat zij hiervan grote voorstanders zijn.
ANTWOORD.
Ten aanzien van het binnenstadsplan achten wij het niet juist en ook
weinig zinvol vooruit te lopen op de resultaten van de samenwerking
met het bureau van Heeswijk, welke samenwerking gezien de recente
beslissing van de raad, feitelijk nog geen gestalte heeft kunnen krijgen.
Wel zijn wij voornemens zowel de raad als de burgerij vroegtijdig en
regelmatig, inzichtelijk te informeren en voor te lichten over de ont
wikkeling van het binnenstadsplan met de daaraan verbonden proble
matiek, ten einde een brede en reële mogelijkheid te scheppen om tot
een vruchtbare gedachtenwisseling te komen.
Ten aanzien van de stadsuitleg onderzoeken wij of het mogelijk is tijdens
de informatieve raadsbijeenkomst op 23 januari 1970 kaartmateriaal en
maquettes op te stellen, waaruit de stand van zaken behoorlijk kan wor
den afgelezen.
Wij zijn bereid, indien daarvoor ruimtelijk de mogelijkheid kan worden
gevonden, de burgerij van dit materiaal kennis te laten nemen.