172 12 MAART 1970 De VOORZITTER: Wij zullen hier toch iets op moeten vinden. De heer Woestenberg heeft zijn opmerkingen en wijzigingsvoorstellen niet ingebracht, hij heeft niet gezegd wat er aan de notulen die aan de orde zijn gesteld ontbreekt. Het lijkt mij echter juist dat hij daartoe als nog in de gelegenheid wordt gesteld en dan wil ik de notulen wat dat ge deelte betreft eventueel nog aan de orde stellen in een volgende vergadering. Overigens zijn de notulen wat de nu gemaakte opmerkingen betreft vast gesteld. Ik meen dat de heer Woestenberg hiermee gecontenteerd kan zijn. De notulen van de vergaderingen van 25 november 1969, 27 novem ber 1969 middag- en avondvergadering, 28 november 1969 middag- er. avondvergadering en 2 december 1969 worden vervolgens aldus gewijzigd vastgesteld 2. VOORGESTELD WORDT HET VOLGENDE STUK TER AFDOENING IN HANDEN TE STELLEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: a. subsidie-aanvrage van de r.k. Matigheidsbeweging "Sobriëtas". Aldus wordt besloten. 3. VOORGESTELD WORDT DE VOLGENDE STUKKEN VOOR KENNIS GEVING AAN TE NEMEN: a. schrijven van de heer W. van der Zwan, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad van Breda, houdende de mededeling dat hij met ingang van 16 februari 1970 zijn raadslidmaatschap als geëindigd beschouwt. De heer SPANJER: Onze fractie betreurt het dat de heer van der Zwan heeft gemeend door de vorm en de inhoud van zijn ontslagbrief u, mijnheer de voorzitter, te moeten betrekken in wat kan worden beschouwd als een interne kwestie in de P. v.d. A, -fractie. Ongetwijfeld is de stem- beslissing van de heer van der Zwan een gewetenszaak geweest. Hij moge daarbij echter bedenken dat dit evenzeer geldt voor de overige leden van de fractie. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders Besloten. b. schrijven van de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van de raad der gemeente Breda dd. 23 februari 1970, houdende toezending van een afschrift van zijn besluit van 19 februari 1970, waarbij de heer A. Mendes werd benoemd verklaard tot lid van de raad van de gemeente Breda ter voorziening in de vacature ontstaan door de ontslag neming van de heer W. van der Zwan;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 172