180 12 MAART 1970 aan deze zaak en is er sprake van politieke standwerkerijzoals de vorige spreker heeft gezegd, maar wanneer er zaken zijn waarover hoe dan ook twijfel bestaat moet elk gemeenteraadslid de moed hebben om deze aan vrage te steunen. Zelf heb ik er driemaal om moeten vragen en hij of zij die dit verzoek niet steunt is niet recht door zee. De VOORZITTER: U bent dus voor het houden van deze interpellatie. De heer WOESTENBERG: Ja zeker, ik geloof dat dat uit mijn woorden wel duidelijk is geworden. De VOORZITTER: Ik hoop dat u mij toestaat het even te concluderen, mijnheer Woestenberg. De heer VON SCHMID-. Ik wil in het kort even iets opmerken naar aanleiding van het betoog van de heer van Loon. Ik was van mening dat hij een verklaring zou afleggen over het al of niet toestaan van de inter pellatie, maar nu merk ik dat hij de hele zaak al besproken heeft en dat hij min of meer de indruk wekt dat het niet meer nodig is. Mijns inziens was dat wel even buiten de orde. De vraag of het verzoek van de heer van der Werff een politieke achtergrond heeft is op het ogenblik secundair. Daar kom ik straks nog even op terug. Er heeft namelijk een groot artikel in de krant gestaan, dat grote onrust heeft gewekt. Op die grond vind ik het volkomen nor maal dat hij die interpellatie, nu hij die heeft aangekondigd, ook kan houden. Wanneer deze zaak inderdaad wordt opgehelderd, zoals de heer van Loon kennelijk verwacht, dan is het veel beter dat er eerst door de raad in het openbaar over wordt gesproken. Ik begrijp dan ook niet waar om hij tegen het houden van deze interpellatie is, terwijl. De VOORZITTER: Pardon, mijnheer von Schmid, hij is er vóór. Het blijkt mij dat niemand tegen het houden van deze interpellatie is, zodat is voldaan aan het bepaalde in artikel 12 van het reglement van orde. De interpellatie is dus aan de orde en het lijkt mij voor de hand te liggen dat de heer van der Werff, die de interpellatie heeft aange vraagd, daarover het eerst het woord voert. De heer VAN DER WERFF: Als het bericht in ons lokale ochtendblad van donderdag j.l. juist is, namelijk dat de wethouder van openbare werken een adviseursfunctie heeft aanvaard bij Zeebregts Aannemings bedrijf N. V.wil ik de heer Vermeulen hier gaarne complimenteren met die functie en vooral ook met de door hem betoonde openheid. Immers, door zijn mededeling terzake aan de pers stelde hijzelf deze aangelegenheid ter discussie op een wijze die het ons allen mogelijk maakt er hier in op rechtheid over te spreken. Twee functies: de een van wethouder van openbare werken, van politiek ambtsdrager voor de gemeente Breda, de ander van particulier adviseur van een bouwbedrijf dat werken verricht o.a. op het grondge bied van de gemeente en voor de gemeente Breda en op niet te veron achtzamen schaal. Redenen voor mijn verzoek het college hieromtrent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 180