12 MAART 1970
198
5, VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VERSTREKKEN VAN EEN GARANTIE IN DE UITGAVE VAN HET
MAANDBLAD "OELAAT",
De heer BAYENS: Hetgeen ik nu ga zeggen is absoluut mijn eigen
mening en vertolkt niet de mening van de fractie, dit om ieder misver
stand te voorkomen. Wij zouden alleen kunnen zeggen: hoe laat wordt
het met Oelaat?
Na lezen en herlezen van het voorstel was mijn eerste opwelling:
ja. Die opwelling is misschien wel een beetje gezakt, maar zij is toch
gebleven. Het blad Oelaat bedoelt kritisch te zijn, scherp kritisch. Ik
lioop dat het ware en waarachtige kritiek zal worden en blijven. Niet
dat ik uitroep: hierop hebben wij gewacht, maar het is een blad dat
uiterlijk goed verzorgd is en dat, zoals het schrijft, een boodschap wil
brengen en zich bezig houdt met maatschappijveranderingen. Hierdoor
onderscheidt het zich van bladen die vooral gericht zijn op en dienen
ter ondersteuning van eigen denkbeelden en activiteiten. Dit deed bij mij
even de ondeugende vraag opkomen: zou Oelaat dan geen eigen denkbeel
den hebben? De uitlating over de plaatselijke pers laat ik voor rekening
van de redactie. Zij is van oordeel dat de plaatselijke pers te weinig
standpunten weergeeft en kan weergeven en ontoereikend is voor een brede
opinievorming. Toen kwam er weer een ondeugende gedachte op: zou de
redactie van Oelaat de plaatselijke pers wel goed lezen? Ik ben namelijk
van mening dat de plaatselijke pers wel degelijk een standpunt heeft en
ook een eigen brede opinievorming.
Dat er een garantie wordt gevraagd van ƒ6000, - -wil niet zeggen
dat er ook wordt gevraagd om een vinger in de Oelaat-pap en vermoedelijk
zal deze kwestie wel nakomelingen hebben in de voim van andere aan
vragen, maar als de raad "ja" zegt, zal hij ook deze financiële consequentie
moeten aanvaarden. Zoals ik al neb gezegd wil Oelaat een nieuwe bood
schap brengen. In het laatste nummer staat een heel lijstje: openheid,
inspraak, structuurverandering, medezeggenschap, repressieve tolerantie,
medebeslissingsrecht, celibaat. Oelaat, wel te rusten. Ik zeg "ja" tegen
dit voorstel.
De heer G. GIELEN: Ik heb persoonlijk veel moeite met dit voor
stel. Niet dat ik het particulier initiatief niet onderken maar wel de
vele consequenties die dit met zich meebrengt. Wat denkt het college
te doen wanneer andere bladen om een garantie vragen? Ik denk hierbij
vooral aan de wijkbladen en vele andere bladen, die voor veel bewoners
in de wijken van de stad veel waarde hebben.
Het college zegt in het voorstel dat het blad Oelaat niet bestemd
is voor een bepaalde groep en dat het dient ter ondersteuning van eigen
denkbeelden en activiteiten. Wanneer men het blad echter goed door
leest, lijkt mij echter het tegenovergestelde het geval te zijn. Persoon
lijk vind ik dat geen probleem, maar ik meen dat het juist een blad is
voor een bepaalde groep. Andere bladen in Breda kunnen met veel moeite
twee maal per maand verschijnen, zelfs is men bij bepaalde bladen al
zo ver dat een fusie moet worden aangegaan om te kunnen blijven voort
bestaan.