12 MAART 1970 198 5, VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VERSTREKKEN VAN EEN GARANTIE IN DE UITGAVE VAN HET MAANDBLAD "OELAAT", De heer BAYENS: Hetgeen ik nu ga zeggen is absoluut mijn eigen mening en vertolkt niet de mening van de fractie, dit om ieder misver stand te voorkomen. Wij zouden alleen kunnen zeggen: hoe laat wordt het met Oelaat? Na lezen en herlezen van het voorstel was mijn eerste opwelling: ja. Die opwelling is misschien wel een beetje gezakt, maar zij is toch gebleven. Het blad Oelaat bedoelt kritisch te zijn, scherp kritisch. Ik lioop dat het ware en waarachtige kritiek zal worden en blijven. Niet dat ik uitroep: hierop hebben wij gewacht, maar het is een blad dat uiterlijk goed verzorgd is en dat, zoals het schrijft, een boodschap wil brengen en zich bezig houdt met maatschappijveranderingen. Hierdoor onderscheidt het zich van bladen die vooral gericht zijn op en dienen ter ondersteuning van eigen denkbeelden en activiteiten. Dit deed bij mij even de ondeugende vraag opkomen: zou Oelaat dan geen eigen denkbeel den hebben? De uitlating over de plaatselijke pers laat ik voor rekening van de redactie. Zij is van oordeel dat de plaatselijke pers te weinig standpunten weergeeft en kan weergeven en ontoereikend is voor een brede opinievorming. Toen kwam er weer een ondeugende gedachte op: zou de redactie van Oelaat de plaatselijke pers wel goed lezen? Ik ben namelijk van mening dat de plaatselijke pers wel degelijk een standpunt heeft en ook een eigen brede opinievorming. Dat er een garantie wordt gevraagd van ƒ6000, - -wil niet zeggen dat er ook wordt gevraagd om een vinger in de Oelaat-pap en vermoedelijk zal deze kwestie wel nakomelingen hebben in de voim van andere aan vragen, maar als de raad "ja" zegt, zal hij ook deze financiële consequentie moeten aanvaarden. Zoals ik al neb gezegd wil Oelaat een nieuwe bood schap brengen. In het laatste nummer staat een heel lijstje: openheid, inspraak, structuurverandering, medezeggenschap, repressieve tolerantie, medebeslissingsrecht, celibaat. Oelaat, wel te rusten. Ik zeg "ja" tegen dit voorstel. De heer G. GIELEN: Ik heb persoonlijk veel moeite met dit voor stel. Niet dat ik het particulier initiatief niet onderken maar wel de vele consequenties die dit met zich meebrengt. Wat denkt het college te doen wanneer andere bladen om een garantie vragen? Ik denk hierbij vooral aan de wijkbladen en vele andere bladen, die voor veel bewoners in de wijken van de stad veel waarde hebben. Het college zegt in het voorstel dat het blad Oelaat niet bestemd is voor een bepaalde groep en dat het dient ter ondersteuning van eigen denkbeelden en activiteiten. Wanneer men het blad echter goed door leest, lijkt mij echter het tegenovergestelde het geval te zijn. Persoon lijk vind ik dat geen probleem, maar ik meen dat het juist een blad is voor een bepaalde groep. Andere bladen in Breda kunnen met veel moeite twee maal per maand verschijnen, zelfs is men bij bepaalde bladen al zo ver dat een fusie moet worden aangegaan om te kunnen blijven voort bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 198