201 12 MAART 1970 De heer VAN CAULIL: Er is hier al het een en ander gezegd en misschien zullen wij nog wel eens in herhalingen vervallen. Allereerst lees ik in het stuk maar één zin van het college, namelijk dat men deze bijdrage verantwoord acht. Voor de rest is het eigenlijk een weergave van de gedachten van de redactie van Oelaat. Zij zal het stuk niet zelf geschreven hebben, maar het lijkt er wel op, zoveel staat er in van de eigen gedachten van de Oelaat-redactie. Wanneer het college schrijft dat het de bijdrage verantwoord acht, had ik daar echter graag duidelijk bij gezien op grond waarvan. Dat vind ik een heel voornaam punt. Men zal het niet verantwoord achten op grond van het nieuws dat dit blad brengt, want wanneer ik het stuk lees, vooral het deel waarvan ik denk dat het de eigen inbreng van de redactie is, lijkt het erop alsof zij van mening is dat wij in Breda van alle nieuws verstoken zijn. Dat is natuurlijk ook niet het geval. Wij hebben echt niet weer een stadsomroeper nodig, want via radio en televisie kunnen wij binnen het uur alles vernemen, of er nu een vliegtuig is gekaapt of een duikboot is gezonken. Wat het nieuws be treft komen wij echt wel aan onze trekken. Wat de plaatselijke pers betreft moet ik stellen dat zij op alle punten zoveel mogelijk en zo deskundig mogelijk de berichtgeving voor Breda verzorgt. Wanneer het college dus stelt dat het deze garantie ver antwoord acht, rijst bij mij de gedachte dat men ervan uitgaat dat deze mensen een bijzondere boodschap te brengen hebben en dan vraag ik mij af:zijn deze mensen dan zo bij de tijd dat zij ons kunnen zeggen hoe laat liet is? Er is door verschillende leden nogal de nadruk gelegd op de con sequenties die dit kan hebben tegenover andere bladen. Ik noem maar een groepering die misschien het dichtst bij Oelaat staat, namelijk Oenouw. Ik vraag mij alleen af wat er gebeurt wanneer deze groep ook bij de gemeente komt. De heer WOESTENBERG: Daar zeggen ze dan wel hoe laat het isl De heer VAN CAULIL: Steeds weer wordt er bij de begrotings behandeling gesteld dat er moet worden bezuinigd. Dan blijkt dat er met het rode potlood is gewerkt en dat verschillende subsidiebedragen zijn doorgehaald, kleine bedragen vaak, voor groeperingen die in de loop der jaren hun verdienste hebben bewezen. Op andere gebieden komen wij dan vaak tot belastingverhogingen. Ik wil mijn verhaal niet al te lang maken, maar wanneer wij het op een gegeven moment nodig achten bijvoorbeeld de hondenbelasting te verhogen, waardoor duiz'nden men sen worden getroffen, en wij geven het beperkte bedrag waarmee ons huishoudgeld daardoor wordt verhoogd weer uit aan deze groepering, zal het college heel duidelijk moeten stellen waarom het dit verant woord acht voordat ik definitief mijn mening hierover kan zeggen. De heer VON SCHMID: Ik wil alleen opmerken dat ik de uitgave van Oelaat zie als een fris initiatief van een bepaalde groep in deze stad. Het is geen subsidie en het gaat er slechts om dat dit initiatief op gang wordt geholpen. Dat vind ik een belangrijk punt. Op een gegeven moment

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 201