2,05 12 MAART 1970 initiatief van jonge mensen die het goed menen, die iets goeds willen c a brengen, die hard zijn, akkoord, maar die toch een duidelijke opinie ge t, a. v. een nieuwe maatschappij in een behoorlijk blad naar voren hebben gebracht en verder willen brengen, te steunen. V Ik Deze groep en dit blad stellen zich kritisch op t. o. v. de overheid, cc maar in elk geval toch niet zo kritisch dat zij in die overheid niet meer \i< het vertrouwen hebben om te vragen: wij stellen ons zeer kritisch op c:i t.o.v. uw beleid in deze maatschappij, maar wij hebben wel zoveel ni vertrouwen in u dat u ons wellicht zult willen helpen die kritische be- ar nadering van de maatschappijproblemen mogelijk te maken in de vorm pl van een startsubsidie. ck Er is natuurlijk geen sprake van dat, wanneer de raad zou besluiten deze garantie te verlenen, er op, op welke wijze ook, enige druk zal worden uitgeoefend op deze jonge mensen om in het vervolg minder ee hard of minder kritisch te zijn. Ik zou zeggen: integendeel, laat ze hun gang gaan. Eén ding wil ik hun echter meegeven: laat hun kritiek in elk geval waar zijn, laten zij in hun kritiek niet uitgaan van ver- vc onderstellingen of vooronderstellingen, maar van ware dingen. Dan kan et die kritiek bijzonder waardevol zijn, ook voor de overheid bij de uit- rJ voering van haar beleid. al Er is gesproken over andere bladen, o.a. over wijkbladen. Ik heb st reeds gezegd dat het heel goed mogelijk is dat, wanneer hier vanavond w wordt besloten deze garantie te verlenen, andere bestaande bladen zich d; tot de overheid wenden met een dergelijk verzoek om hulp. Dat moeten rr v/ij afwachten en dan zullen wij ieder geval op zijn merites beoordelen. Eén ding moet men echter goed in het oog houden: dit blad bestaat al In zes maanden, er zijn vijf goede nummers van verschenen en daarin ligt a: opgesloten dat er een goede kans is dat hieruit een blijvend blad groeit o op dit terrein van de jongeren. rr De heer Gielen "junior" heeft gevraagd waarom men niet vraagt u om een bladzijde in de krant. Dat weet ik niet, dat is ook niet mijn zaak, ook niet onze zaak. Misschien heeft men deze mogelijkheid wel bij een z; plaatselijk blad afgetast, dat is best mogelijk, maar het ligt niet op onze p weg hun te adviseren welke weg zij moeten gaan. Zij zijn met een zeer k concrete vraag bij ons gekomen en het is nu aan ons die concrete vraag te beantwoorden. v De heer Woestenberg heeft gevraagd hoeveel blaadjes wij denken a dat er nog zullen komen om garantie te vragen. Ik weet dat niet, daar c kan ik geen antwoord op geven. Oelaat zal moeten bewijzen dat er be- n hoefte aan bestaat. Dat is inderdaad waar, maar ik geloof ook dat het daarbij o^. de goede weg is. Zoals ik reeds heb gezegd is de oplage al n gegroeid van 600 tot 1200 exemplaren. Het totaal vergt aan kosten ongeveer v 1875, --, waarvan bijna 1300, -- drukkosten en 150, -- layoutkosten e en waarvan geen cent wordt besteed aan een van deze mensen. Dan kan men niet spreken van een kostbare uitgave, zeker gezien de aard van het blad en de wijze waarop het is uitgevoerd. k Het blad is niet neutraal, aldus de heer Woestenberg, en het e heeft bepaalde mensen naar voren geschoven. Ik ben van mening dat v zij, wanneer zij zich kritisch opstellen, vandaag Jan en morgen Piet I naar voren zullen schuiven en dat is nog bun goed recht ook wanneer c. O O

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 205