209 12 MAART 1970 te komen welk beeld de jongeren hebben van de maatschappij. Ik vind dit zeer waardevol en ga daarom akkoord met dit voorstel. De heer KROON: Het betoog van wethouder Gielen heeft mij geenszins overtuigd. Ik zie weinig toekomst voor dit blad. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat het typografisch bijzonder goed verzorgd is met een prachtige layout. Ik heb er alle lof voor, maar laten deze jongeren zelf eerst kijken of zij hun blad selfsupporting kunnen krijgen door de prijs ervan te verhogen, dan zijn zij in één keer uit de moeilijk heden. Ik heb in eerste instantie over het hoofd van het college dit ad vies al aan die jongeren gegeven en ik blijf daarbij. Ik wil niets meer toevoegen aan hetgeen er is gezegd, ik ben niet overtuigd en blijf tegen dit voorstel. De heer VAN DER WERFF: Ik wil mij aansluiten bij de vraag van de heer van Loon t. a. v. een eventuele uitbreiding. Ik meen name lijk dat zijn standpunt zeer duidelijk is. Zijn huiverigheid tegenover deze subsidie delen wij niet, maar wij zijn het wel met hem eens dat de finan- cieel-economische basis natuurlijk uiterst wankel blijft en wij zouden dan ook gaarne zien dat hier een eventuele verdere mogelijkheid zou worden gecreéerd. Wethouder GIELEN: De heer van Caulil heeft gevraagd wat dan die boodschap is die dit blad wil brengen. Ik meen dat ik dat duidelijk heb fezegd. Wat moet men verstaan onder een boodschap? Er is een blijde oodschap, een grote, een kleine, er zijn er allerhande, maar ik geloof niet dat wij het nier hoeven te hebben over de boodschap. Wel moeten wij het mijns inziens hebben over wat deze jonge mensen willen. De heer VAN CAULIL: Als u mij dat vertelt, beschouw ik dat als de boodschap! Wethouder GIELEN: Ik meen dat ik dat in eerste instantie al heb uitgelegd en dat zal ik nu herhalen. Zij willen zich kritisch opstellen ten opzichte van de huidige maatschappij en dat op een zo goed en zo duidelijk mogelijke wijze op papier zetten. Ik meen dat dat een heel belangrijke boodschap zou kunnen zijn. Ik heb al gezegd dat het voor de overheid heel belangrijk zou kunnen zijn heel goed te luisteren naar de wijze waarop deze jonge mensen -- wij hebben hier te doen met men sen met een gezond verstand! -- over de maatschappij denken. Er is zo veel gestreefd naar alle mogelijke materiële verbeteringen. Hier is nu een stel jonge mensen die zich alleen op het immateriële vlak be wegen. Zij staan op het standpunt dat zij in de democratie waarin wij leven min of meer bedisseld werden, een democratie die wel de woorden "demos" en "kratein", beheersen door het volk, inhoudt, maar die er in feite op neerkomt dat een kleine groep zijn wil oplegt aan een heel grote groep. Daar hebben deze mensen genoeg van, zij willen niet bedisseld worden en dat willen zij op een duidelijke manier zeggen. D5t is de boodschap waar het in wezen om gaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 209