20 15 JANUARI 1970 Tegelijk vraag ik mij echter af waar dat geweldige fonds van de ontwikkelingshulp is. Wat doet men met de gelden die in Den Haag liggen voor "Eten voor India"? Daar liggen miljoenen! Nog maar kortgeleden heeft een uitspraak in de krant gestaan dat daarvan geen stuiver naar Biafra zal worden gezonden. Ik meen dat wij een motie zouden moeten opstellen en door het college naar Den Haag laten zenden, met het voorstel van dit geld een fors bedrag beschikbaar te stellen voor Biafra. Ook in Breda is immers geld gegeven voor "Eten voor India"? Ik meen dat dit zeker zo zinvol is als het min of meer dwingend voorschrijven van het inhouden van presentiegelden van raadsleden. Nogmaals, ik zie de strijd in Biafra als een broedermoord die is voortgekomen uit de politiek en ik veroordeel het wanneer men daar een politiek winstje uit wil halen, zoals ik het althans zie van bepaalde politieke partijen. De heer VON SCHMID: In grote lijnen kan ik mij aansluiten bij het geen de heren van Loon en van derZwan reeds over deze afschuwelijke materie hebben opgemerkt. Ik wil mij er in dit verband dan ook toe be perken op de grootst mogelijke spoed aan te dringen bij het informeren naar de mogelijkheden van eventuele hulp die door de gemeente kan worden geboden. Ik ben het ermee eens dat wanneer het te lang duurt dit weer uit de actualiteit raakt en er misschien niets meer van komt. Die mogelijkheid zit er natuurlijk altijd in. Ik zou graag zien dat even tueel reeds bij de informele raadsvergadering al een antwoord wordt ge geven, omdat het anders in feite op de lange baan wordt geschoven en dan kunnen wij beter direct weten dat de gemeente niets kan doen dan dat wij nog een tijdlang in de mening verkeren dat het misschien wel kan. De heer VAN DER WERFF: Ik wil niet de formele vraag stellen waarom u voor deze brieven een uitzondering hebt gemaakt door ze voor te lezen en ter behandeling aan ons voor te leggen. Wel ben ik verheugd dat u direct het standpunt van het college daaromtrent hebt kenbaar gemaakt. Ik acht het niet gelukkig dat u zich anderzijds verschuilt achter de for malistische vraag wat Gedeputeerde Staten er wel van zullen zeggen, hoewel ik in deze omstandigheden wel begrip voor dit standpunt kan hebben. Ik ben echter enigermate verbaasd over het voorstel zelf. Ik meen namelijk dat wij als gemeenteraadsleden een duidelijk onderscheid moeten maken tussen de taken waarvoor wij als mensen gesteld zijn. Het is goed wanneer een gemeenteraadslid bij het mondiaal gebeuren is betrokken, dat hij niet slechts de lokale ups en downs beleeft en daarin meeleeft, maar dat hij of zij ook zijn of haar werk weet te relativeren in provin ciaal, landelijk, continentaal of nog groter verband. Het is iets anders om voor gebeurtenissen elders dan binnen de ge meente of direct in het belang van de burgers van de gemeente gelden te voteren. Dat is namelijk het onttrekken van gelden aan de algemene gemeentelijke middelen en dat acht onze fractie op zichzelf een niet geheel te verdedigen standpunt, vooral omdat zich op elk moment van welke dag men maar wil nemen een immense veelheid van objecten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 20