213 12 MAART 1970 De heer WOESTENBERG: Ik schrijf deze doorstromingsregeling wel een sociaal aspect toe, hoewel veel woningwetwoningen zijn aan gekocht door ambtenaren en andere mensen met hoog betaalde functies. Deze mensen kan men daardoor doodeenvoudig niet meer dwingen uit hun eigen huis te gaan. Wij zien hier dus weer min of meer de dwinge landij tegenover de lager betaalden. Ik denk maar aan de groep van de vertegenwoordigers, die na jaren hard werken een iets hoger salaris heb ben bereikt en die nu, omdat zij iets meer zijn gaan verdienen na jaren lang hard werken, verplicht worden om door te stromen. Daar staat tegenover dat het een gemakkelijke wereld wordt voor luie mensen. Wanneer men op een gegeven moment besluit weinig of helemaal niets meer te doen dan komt men er ook wel, want per slot van rekening krijgt men dan ook nog huursubsidie, etc. Voor mensen die in werkelijke sociale nood verkeren is dat prachtig. Men kan van alle kanten lof toezwaaien aan de doorstromingsregeling, maar mijn mening is dat er ook mensen zullen zijn die hierdoor worden gestraft voor hard werken en een vooruitstrevende geest. Wethouder VERMEULEN: De heer Melzer heeft zijn spijt uit gedrukt over het feit dat de doorstromingsregeling niet geldt voor men sen die naar een woning gaan met een maandhuur van meer dan f 250, -- Ik geloof dat wij dit met hem kunnen betreuren, maar daarmee kunnen v/ij niets veranderen aan de wettelijke regeling, die is nu eenmaal zo. Men kan zich inderdaad afvragen of het niet wijs zou zijn geweest de doorstromingsregeling ook van toepassing te verklaren bij vertrek naar woningen met een hogere maandhuur. Verder heeft de heer Melzer en naar ik meen ook de heer Span- jer gevraagd hoe het staat met de inschakeling van de woningbouwver enigingen. De regeling geldt voor alle woningwetwoningen en daar val len vanzelfsprekend ook de woningwetwoningen onder die in beheer zijn bij de woningbouwverenigingen. Wanneer zich daar dus een geval aan dient dat op deze doorstromingsregeling aanspraak kan maken, zal er dus tussen de gemeente en de betrokken woningbouwvereniging overleg moeten worden gepleegd, hoe de vrijkomende woning moet worden bezet op een wijze als in de doorstromingsregeling wordt bedoeld. De heer van Loon heeft een opmerking gemaakt over de dekking van deze uitgave van 100.000, --, wanneer die althans volledig wordt gebruikt, en daarbij het civic centre ten tonele gevoerd. Hij stelt dat net de bedoeling was daar zo weinig mogelijk af te halen. De manier waarop wij df: doen is in overeenstemming met hetgeen wij hebben af gesproken voor het geval wij hiertoe zouden moeten overgaan. Het is namelijk een eenmalige uitgave van 100. 000, --. Volgend jaar is die ruimte voor het civic centre in het investeringsplan dus toch weer beschikbaar en wij weten nu al dat het bedrag dat er voor dit jaar in staat niet volledig zal worden besteed aan het civic centre. In die zin is het dus geen aantasting, van de ruimte in het investeringsplan voor het civic centre en ik meen dan ook dat wij hiermee in overeenstemming handelen met de opvattingen terzake van de raad. Als een alternatieve mogelijkheid heeft hij genoemd de dekking uit de rente van de reser ves. Ik v/il niet vooruitlopen op de behandeling van de nota, maar v/el

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 213