227 12 MAART 1970 en die daartoe naar het restaurant boven het bad willen, van waaruit men uitzicht heeft op het bassin. Er is echter geen lift en daarom vraag ik mij af hoe zij daar moeten komen. Ik weet niet of het kan, maar nogmaals, het lijkt mij wel belangrijk dat daar aandacht aan wordt besteed. Ik wil graag weten of men daaraan heeft gedacht en of er misschien alsnog aan gedacht kan worden. Wethouder VAN B1JNEN: Ik meen dat mij weinig anders te doen staat dan dank te zeggen voor de lof die hier is uitgesproken. Om de zaak te be korten zal ik mij dus beperken tot de vragen die zijn gesteld. De heer Kramer heeft gevraagd naar condensvorming. Ik meen dat bij het tonen van de maquette duidelijk is gemaakt dat door het te gebrui ken procédé condensvorming volledig wordt tegengegaan. De opmerking van de heer Melzer dat er slechts sprake is van één bouwcombinatie meen ik ter beantwoording aan wethouder Vermeulen te moeten overlaten, omdat hij de bouwer is. In antwoord op de vraag van de heer von Schmid kan ik zeggen dat wij geen rekening hebben gehouden met de zwaar gehandicapten in verband met het feit dat er een bad is bij dr. Zeegers. De licht gehan dicapten zullen wel gebruik kunnen maken van het zwembad. De zwaar gehandicapten die op het terras of ergens anders willen kijken zullen op een andere manier moeten worden geholpen, maar er is bepaald niet voorzien in een lift in dit gebouw. Ik geloof echter dat er, als er men sen zijn die willen komen kijken, altijd wel op een of andere manier hulp zal kunnen worden geboden. Wethouder VERMEULEN: Het feit dat er slechts één bouwcombinatie is, is in feite een logisch gevolg van de keuze van een systeembad. Zo'n systeem is namelijk gepatenteerd en daar worden licenties voor verleend, hetgeen inhoudt dat er slechts één firma is die bevoegd is een dergelijk bad te leveren. Dat wil echter niet zeggen dat men, wanneer men een ander standpunt wil innemen, daartoe niet de volle vrijheid zou hebben. Wanneer de raad niet akkoord gaat met onderhandse aanbesteding zal het college daarmee rekening hebben te houden. De heer VAN LOON: Dan moeten wij natuurlijk wel een ander bad nemen 1 Wethouder VERMEULEN: Inderdaad. De heer MELZER: Wanneer mijn inlichtingen juist zijn zou ook een andere bouwcombinatie in staat zijn een volkomen gelijkwaardig bad te bouwen. Dat is mijn antwoord. De heer VON SCHMID: Het is mij inderdaad bekend dat de zwaar gehandicapten in het bad van dr. Zeegers terecht kunnen, maar dat is natuurlijk alleen maar op bepaalde tijden en na afspraak. Zij kunnen bijvoorbeeld niet 's avonds wanneer zij zin hebben zomaar gaan zwemmen, zoals in een gewoon zwembad. Dat is dus een punt dat met de bouw van dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 227