238 12 MAART 1970 De heer WIERCKX: Onze fractie gaat gaarne akkoord met dit voorstel. Het stichtingsbestuur is met een eenvoudig noodgebouw be gonnen en door de grote activiteit van dit bestuur is het mogelijk gewor den dit plan van de grond te krijgen. Ik meen dan ook dat een woord van dank aan dit bestuur hier zeker op zijn plaats is. Wethouder VAN BIJNEN: Allereerst wil ik met de heren die het stichtingsbestuur hebben geprezen mijn bewondering uitspreken voor het geen het heeft gedaan. Ik ben er in de loop der jaren van overtuigd ge raakt dat het bestuur de zaken op de juiste wijze aanpakt en dat zij ae. gebouwen die het nu in gebruik heeft zo goed mogelijk en zelfs voortreffe lijk exploiteert. De heer Quadekker heeft een vraag gesteld die in de afdeling ook naar voren is gebracht, zodat ik gelegenheid heb gehad het antwoord daarop voor te bereiden. Het bedrag van 88.500, -- is het vierde ge deelte van 354. 000, -- en dat is het maximale subsidiebedrag dat op dit moment door het departement wordt gegeven. Ik weet niet of die bij de stukken ter inzage heeft gelegen, maar er is een brief van CuReMa, waar in staat dat maximaal 88.500, -- wordt gegeven als bijdrage ineens. Dit bedrag houdt geen verband met de bouwsom, het is eenvoudig het maximum. Wel heeft men goedgevonden dat het 362.000, -- zal kosten, maar een hogere bijdrage kan men niet geven. Vervolgens vraagt de heer Quadekker naar het bedrag van 2700, -■ Bij de wielerbaan was dit bedrag al van de baan, maar hier moet ik er nog op antwoorden. De gang van zaken is dat wij wisten dat het totaal 2700, -- hoger is, maar wij hebben het leningsbedrag afgerond op 225.000, --, om eventuele wijzigingen die tijdens de korte bouwtijd zouden kunnen optreden te kunnen opvangen. Er is dus geen fout gemaakt, alleen is het bedrag naar boven afgerond op 225. 000, - -. Ook de heer van Werkhooven heeft de tevredenheid van zijn fractie betuigd met de activiteiten van het bestuur. Alleen dringt hij er bij het college op aan contact met de stichting op te nemen om te praten over kindercrèches. Dit is op het ogenblik bijzonder "in the mood". Wij praten daar ook over, maar men zal er rekening mee moeten houden dat er dan ook krachten zullen moeten zijn die hetzij vrijwillig dan wel tegen betaling die crèches zullen leiden. Ik wil er wel over praten, maar het is zoals de heer van Werkhooven zelf al heeft gezegd voor ons bijzonder moeilijk om dit af te dwingen. Ruimte is er wel, die is er altijd voor kindercrèches in gemeenschapshuizen. Er zijn ook al besprekingen gaande met een ander gemeenschapshuis om daar iets dergelijks voor elkaar te krijgen. De heer QUADEKKER: Waar het bedrag van 8000, -- vandaan komt is mij duidelijk, maar het antwoord van de wethouder over die 2700, -- vind ik -- voorzichtig uitgedrukt -- stout. Hij zegt dat het college het bedrag heeft afgerond op 225.000, --maar hij presen teert ons een stuk, waarin staat dat de stichting vraagt om 225.000, --. Wij hebben geen fout gemaakt, aldus de wethouder, want het college wist dat het ƒ2700, - -meer was. Ik geloof dat dit een prettig en vlot gegeven antwoord is en ik ga er dan ook mee akkoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 238