239
12 MAART 1970
De heer VAN LOON: Ik wil graag een korte opmerking maken
naar aanleiding van hetgeen de wethouder heeft gezegd over de kinder
crèches. Ik moet hein erop attenderen dat het in ruimtebiedende gele
genheden niet goed mogelijk is aangepaste kindercrèches onder te brengen.
Wethouder VAN BIJNEN: De heer Quadekker vindt dat ik stout
ben, maar wanneer in het stuk staat dat een bedrag van 225.000, --
door de stichting is gevraagd, moet hij bedenken dat deze hele zaak
in overleg met onze dienst tot stand is gekomen. Mijn stoute opmerking
bevat dus toch wel waarheid, namelijk dat wij gezamenlijk hebben ge
meend iets meer te moeten vragen dan op dat moment nodig was.
De heer van Loon zegt dat er geen aangepaste ruimten zijn,
maar dat heb ik ook helemaal niet gezegd. Ik heb gezegd dat er ruim
ten zijn en dat men daar wellicht iets van zal kunnen maken. In het plan
is geen kindercrèche, daarin heeft de heer van Loon gelijk, maar wan
neer er een ruimte is kan die mijns inziens worden aangepast.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
43. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN VAN RUILING VAN ON
ROEREND GOED MET DE N. V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN
EN VAN VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED MET DE
N. V. KONINKLIJKE IJZERGIETERIJEN EN EMAILLEERFABRIEKEN
"DE ETNA".
44. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING, BE
DOELD IN ARTIKEL 126 VAN DE KLEUTERONDERWIJSWET,
AAN DE BESTUREN VAN DE BIJZONDERE KLEUTERSCHOLEN
OVER HET JAAR 1969.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemeester
en wethouders besloten.
45. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
NEMEN VAN EEN BESLUIT TOT HET VOEREN VAN VERWEER
IN RECHTEN IN DE GEVALLEN, VOORZIEN IN ARTIKEL 4,
LID 2, VAN HET REGLEMENT DER AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING
VAN "WET-RISICO".
De heer VAN CAULIL: Ik ga wel met dit voorstel akkoord, maar
ik heb toch een enkele opmerking. In artikel 1 van het besluit staat dat
de gemeente in de gevallen, voorzien in artikel 4, lid 2, van het regle
ment aansprakelijkheidsregeling verweer zal voeren. Ik. meen dat het
noodzakelijk is hieraan toe te voegen de woorden "onder de voorwaar
den zoals die gelden per 1 maart 1970". Wanneer die voorwaarden tus
sentijds gewijzigd zouden worden, zou het voor de raad moeilijk zijn