240
12 MAART 1970
om daarmee akkoord te gaan. Wanneer er duidelijk staat dat dit de
voorwaarden zijn zoals die gelden op dit moment kan ik mij ermee
verenigen.
De heer WOESTENBERG: Hier ligt een voorstel voor ons waarin
ons gevraagd wordt voor eens en altijd te beslissen. Ik vind dit een nog
al gewaagde term, die mij typisch voorgekauwd lijkt te zijn door een
advocaat van Wet-Risico. Ik ben daar niet voor. Ik heb Wet-Risico
zo'n beetje leren kennen en daarom geloof ik dat het beter is wanneer
wij dit nog even aanhouden. Wanneer hier gevraagd wordt voor eens en
altijd een beslissing te nemen wordt dat letterlijk bedoeld en ik kan
niet inzien waarom er zo'n haast moet zijn met het sanctioneren van dit
voorstel. Ik. verzoek dan ook om aanhouding.
De VOORZITTER: Ik zal proberen de vragen zo goed mogelijk
te beantwoorden. Het betreft in dit voorstel inderdaad een delegatie
aan het college van burgemeester en wethouders, vanzelfsprekend voor
zolang als de gemeente lid is van Wet-Risico. Wanneer een andere si
tuatie ontstaat zal deze zaak uiteraard opnieuw aan de raad worden
voorgelegd en zal een nieuwe beslissing moeten worden uitgelokt. Ik
geloof dat er geen enkele reden is om dit voorstel aan te houden. Boven
dien heeft de raad zoeven al het voorstel onder punt 8 aangenomen
waarbij dit aan de orde was.
Wat het idee van de heer van Caulil betreft moet ik zeggen
dat dit mij a prima vista acceptabel lijkt. Hij moet mij echter toestaan
dat ik dit aan de juristen voorleg. U wilt de datum van 1 maart ingevoerd
zien, is het niet mijnheer van Caulil?
De heer VAN CAULIL: Het gaat niet om de datum, maar om de
voorwaarden zoals die nu gelden.
De VOORZITTER: Juist ja, dat lijkt mij wel aanvaardbaar.
De heer WOESTENBERG: Wanneer het voorstel niet wordt aange
houden, wil ik geacht worden tegen te hebben gestemd.
De VOORZITTER: Waarvan actel
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekenin
dat de heer Woestenberg geacht wil worden daartegen te hebben ge
stemd.
De heer MELZER: Ik wil graag even het woord over de orde. Ik
wil namelijk een vraag stellen in een besloten vergadering.
De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij dan eerst de gewone rond
vraag afwerken, dan zal ik daarna nagaan wat dit betekent.